dinsdag 24 juni: De Tapisserie van Bayeux

 laatst bijgewerkt:   26-10-2017

We staan voor ons doen vroeg op en pakken alvast wat zaken in. Eerst gaan we nu echter de goeie maat binnenband om het fietswiel leggen. Dat lukt vrij snel en bij het proefritje blijkt ook de versnelling het weer als vanouds te doen. Tegen half elf gaan we per auto dan toch eindelijk naar het centrum van Bayeux. We parkeren net buiten de binnenring (gratis) en lopen dan naar de kathedraal. Hoera: voor het eerst geen kerk met steigers! Bouwvakkers zijn 'slechts' met de straat ernaast bezig.

 

Normandie:

De kathedraal van Notre Dame blijkt een van de mooiere exemplaren. Er is heel veel en erg mooi glas-in-lood. De kerk is prachtig ingericht en ook het interieur is behoorlijk gerestaureerd, dat wil zeggen: het is prachtig schoon. We lopen hier vol bewondering rond.

Bayeux is al vanaf de 4e eeuw was Bayeux de zetel van een bisdom. Het moest een volwaardige kathedraal krijgen en met de bouw daarvan werd gestart in de 11e eeuw. Odo nam die taak op zich, hij was bisschop van Bayeux en halfbroer van Willem de Veroveraar.

In 1077 werd de kerk ingewijd in aanwezigheid van Willem en Mathilde. Als geschenk kreeg Odo het 70 meter lange tapijt met het ganse verhaal van de strijd bij Hastings, waar hij streed aan de zijde van Willem de Veroveraar. Om Odo’s grote mond te snoeren werd hij ook nog tot Hertog van Kent gebombardeerd.

 
Bayeux
 

Wie nu de kerk bezoekt kan, zoals wij, op een duidelijke tekening zien welke delen er in de diverse eeuwen zijn gebouwd. Zo'n kerk was namelijk niet in een keer af, maar groeide mee, zowel met de bevolking als met het beschikbare geld.

De stad is ook altijd het 'Brugge van Frankrijk' geweest: de stad stond bekend om het fraaie kant dat hier wordt gemaakt. Er valt nog steeds veel fraais in de stad te bewonderen, want het was de eerste grote stad die in 1944 werd bevrijd, zonder dat er veel vernielingen plaatsvonden.

Het is in middels tijd voor de lunch geworden en bij de bakker neemt Loes een chiabatta gezond en hou ik het op een baguette jambon. De hammen uit deze streek zijn tenslotte heel beroemd en dat wil ik dan ook weleens proeven.

 

Vervolgens gaan we -net als alle toeristen in Bayeux- naar de Tapisserie. Op de eerste etage zien we onderdelen van het tapijt, met toelichting. Daar gaan we echter snel aan voorbij: we krijgen er  namelijk ook nog een film over te zien. Ook in de uitgereikte brochure staat hetzelfde, dus het is allemaal een beetje van hetzelfde.

grote versie
 

Het tapijt is de uitbeelding van de verovering van Engeland en de slag bij Hastings. Het verhaal werd ingedeeld in 58 stukken, met daarop commentaar in het Latijn. Veel mensen konden in die tijd niet lezen, dus moesten de tekeningen het verhaal begrijpelijk maken. Daardoor lijkt het wel op een stripverhaal. Op het tapijt zie je hoe de mensen vroeger streden, hoe ze zich kleedden, enzovoorts. Het tapijt werd in Engeland geweven, tussen 1066 en 1077, wat blijkt uit de vele Angelsaksische stijlelementen.

Waarschijnlijk is het Odo zelf die het heeft laten maken want hij zou zich zelfs verschillende keren hebben laten afbeelden op het doek. Het is altijd al een fel begeerd kunstwerk geweest. Napoleon liet het zelfs naar Parijs overbrengen om te tonen aan zijn troepen hoe ze de Engelsen konden klein krijgen. Ook Hitler wilde het doek zien, maar het had ondertussen al een veilig en geheim onderkomen gevonden.  

De stad ziet er nog gezellig middeleeuws uit, met veel grachtjes.  Je kunt hier lekker rondslenteren en dat doen we dus ook op ons gemakkie.

Overigens zijn we nog te vroeg voor het grote middeleeuwse feest dat ze hier elk jaar organiseren: dat vindt plaats in de eerste week van juli.

Terug op de camping gaan we eerst betalen en koppelen dan alvast de caravan weer aan de auto. Binnen het uur hebben we nu de hele voortent eraf: we krijgen er al handigheid in. 

 

Een gezellige èn interessante vakantie met caravan en fiets naar de invasiestranden
en de streek van de camembert.

12 t/m 30 juni 2003 / dag 13-14-15

donderdag 26 juni: bezoek aan Lisieux

 

Een rustige ochtend met af en toe wat zon. Koud is het zeker niet: om negen uur loopt Loes alweer te poetsen met haar handdoekje.

We doen op ons gemakkie een bakkie, lezen en schrijven wat en overleggen dan over een programma-wijziging. In verband met de zeilschepen die voor de vierjaarlijkse Armada in Rouen arriveren, willen we een camping dichtbij de Seine zoeken. Die vinden we in Roumare. Morgenochtend al willen we daar naartoe vertrekken, zodat we wellicht nog wat binnenzeilende schepen kunnen 'meepikken'. Zondag kunnen we dan van daaruit alvast wat kilometers richting België maken.

Eerst treden we echter deze middag in de voetsporen van de bedevaartgangers: we gaan naar Lisieux.

Lisieux is door die duizenden bedevaartsgangers een grote stad geworden, want met uitzondering van de heiligdommen is er anders eigenlijk niet zoveel te zien. Alleen de kathedraal van St. Pierre en het Justitiepaleis zijn het vermelden waard in het stadscentrum. Vroeger was Lisieux de hoofdstad van het houtsnijwerk, maar de mooie vakwerkgevels zijn allemaal verdwenen na de zware vernielingen bij het bombardement, op 6 juni 1944 tijdens de landing. Pas op 23 augustus werd de stad door de geallieerden bevrijd.

Ste-Thérèse
Ste-Thérèse-de-l'Enfant-Jésus, zo luidt haar volledige heiligennaam. Ze werd in 1873 geboren in Alençon, later trok Thérèse Martin (haar echte naam) met haar familie naar Lisieux.

In navolging van haar zuster trad ze in het klooster in 1888, toen ze 15 jaar oud was. Ze leidde een zeer kort maar voorbeeldig leven onder de strenge regels van de zusters Karmelietessen. Op 30 september 1897 stierf ze na een langdurige ziekte, ze was toen 24 jaar oud.

Haar volstrekte religieuze overgave en ongecompliceerde manier van leven sprak zoveel mensen aan, dat ze in 1923 zalig verklaard werd en in 1925 heilig. Haar manier van leven heeft ze beschreven in het boek "Histoire d'une âme".

 

Talloze wonderen in de beide wereldoorlogen werden haar toegeschreven en ze werd na Jeanne d'Arc de tweede patrones van het land. Dat alles zorgde er voor dat er steeds meer mensen haar relekwieën kwamen bekijken. Daarom werd er al in 1929 begonnen met de bouw van de enorme basiliek. In 1937 werd het gebouw ingewijd door Pius XI.

 

In de stad zelf is een 'blauwe route' uitg4ezet. Als je die volgt, kom je niet al;een langs kenmerkende punten uit het leven van Thérèse, maar ook langs enkele andere bezienswaardigheden. Een daarvan is de kerk van St. Jacques. De basiliek was er vanzelfsprekend niet in de tijd van Thérèse, maar deze kerk dus wel. Het stadhuis is, zoals in meer steden, een echt pronkstuk en dateert van het eind van de 18e eeuw. Het theater is eveneens een gebouw dat de moeite van het bekijken waard is.

Naast de basiliek hebben ze hoer ook nog een kathedraal. Deze is gewijd aan de heilige Pieter en de bouw ervan startte al in de 12e eeuw.

Het Karmelitessenklooster, waar Theresia haar intrede nam, dateert uit begin 1800. De laatste jaren is er flink aan verbouwd, omdat ook hier veel toeristen naar toe kwamen.

Al met al is het ons nog enorm meegevallen wat we te zien hebben gekregen. De informatie die we vooraf over Lisieux krgene, was vooral op Thérèse gericht, maar er valt toch ook nog wat aan historie te zien. Wij gaan weer terug naar de camping.

naar dag 10-11-12

woensdag 25 juni:

We zitten midden in de Franse kaasstreek. Dus gaan we kijken hoe de camembert wordt gemaakt. 

Maar eerst op zoek naar informatie over de omgeving. Die vinden we in St. Pierre sur Dives, een stadje dat we op de route hier naar toe al hadden zien liggen. Auto geparkeerd bij de oude Hallen, waar het maandagmarkt is.

Vandaag is het echter woensdag en blijkbaar krijgen de inwoners vandaag vuilniszakken: ze staan ervoor in de rij! We wandelen langs de mairie, komen met een arm vol brochures uit het Bureau Touristique en genieten van onze lunch op een muurtje van het Place de l'Hotel de Ville. Hier kunnen we dus eerst op ons gemak mensen kijken en daarna natuurlijk nog wat foto's nemen.

Daarna terug naar Livarot, de kaasstad, waar we in afwachting van het einde van de siësta op een terras wat drinken. Bij de VVV krijgen we te horen dat de kaasmakerij wordt verbouwd: pech dus. Pas volgend jaar gaan ze weer open.

Na een rondje dorp rijden we richting Vimoutiers.

Daar blijkt het museum van de camembert gewoon open en met een gekopieerde Nederlandstalige rondleiding snappen we nu hoe ze de kaasjes maken. Met dank aan mevrouw Harel. De overlevering wil dat zij de kaas in 1791 op de markt had gebracht. Volgens sommigen had zij het geheime recept van een monnik gekregen. Anderen hielden het erop dat zij de kaas na lang experimenteren zelf had ontwikkeld. In ieder geval noemde zij de kaas naar haar woonplaats Camembert, een vlek ten zuidwesten van Vimoutiers in het Normandische departement Orne.

Nader onderzoek bracht echter aan hert licht dat Harel helemaal niet uit Camembert kwam. Zij was in 1761 geboren in Roiville, een ander gehucht onder de rook van Vimoutiers. Bovendien kon zij de camembert niet in 1791 hebben uitgevonden, want die kaas wordt al beschreven in een naslagwerk uit 1788. Wel werd duidelijk dat Harel de kaas had verkocht in Vimoutiers en in naburige dorpen, waaronder Camembert. Ook zou zij zich sterk hebben gemaakt voor de kwaliteitsverbetering ervan.

Uiteindelijk is er toch in Vimoutiers een standbeeld voor haar opgericht, dat vermeldt: 'Marie Harel, créatrice du camembert'.

We schieten nog wat plaatjes bij het watertje, met op de achtergrond de kerk. Een leuk dorpscentrum, ook hier weer rijkelijk gelardeerd met vooral geraniums.

Dan gaan we weer terug naar de camping. Vanaf deze zijde blijkt die prima te staan aangegeven. We zijn wat vroeg met het eten en de rest van de avond brengen we lezend door. We zitten eerst nog buiten, maar een naderend onweer doet ons besluiten de tafel en stoelen naar de voortent te verplaatsen.

Het blijft nog tot de hele avond onrustig. Tot elf uur zien we zo'n beetje overal om ons heen de bliksemflitsen. Af en toe valt er wat regen en we zien zelfs en regenboog. Het rommelt, dan weer in de verte, dan weer dichterbij.

Ons deert het niet: we zitten droog, wijntje en een goed boek erbij, zorgen dat wij genieten.

En nee... het is -helaas- geen foto van mij: hier ben ik het internet voor opgegaan.

 

Laat in de avond gaat het zelfs nog even flink te keer, maar gelukkig op een afstandje. Blijkbaar zitten wij net naast de buien.