Een gezellige èn
interessante vakantie met caravan
en fiets naar de invasiestranden 12 t/m 30 juni 2003 / dag 1 - 2 - 3 |
laatst gewijzigd: 09-11-2017 |
Vertrek met pech Met pech -niet-knipperende lichten aan de caravan- vertrokken. Dat is een probleem, want op zo'n vroeg uur -kwart over zes- is de garage voorlopig ook niet open. We kijken nog even met een geleerd gezicht, maar helaas zonder technische knobbel, naar dit probleem en besluiten dan naar de A27 te rijden. Daar nemen we direct de afrit naar de parkeerplaats bij Nieuwegein. |
||
|
Binnen het kwartier wegenwachthulp gekregen: de stekkerdoos wordt
doorgemeten. |
||
|
We vertrekken alsnog om acht uur. De route door Nederland en België verloopt voorspoedig, hoewel we ter hoogte van Sint Niklaas wel een betonwagen zien die dwars door de middenberm is komen zetten en daarna op de linkerrijbaan van onze weghelft is gekanteld. Na de eerste stop om tien uur, waarbij we een ongelukkige Friese vakantieganger zien die wordt weggetakeld -zijn auto, dus- valt de drukte verder wel mee en eigenlijk zitten we snel in Noord-Frankrijk. |
||
Oponthoud bij Rouen In Rouen is de tunnel versperd. Dat zien we pas op het elektronisch bord als we net een afslag voorbij zijn. Er vormt zich een file, maar we zien een grote vrachtwagen via de oprit achteruitsteken. Een Engelse auto voor ons besluit dan ook maar die kant op te gaan. Wij volgen het voorbeeld en rijden 'tegen de richting in' de snelweg af. |
|||
Bij de rotonde komt net een politiemotor met zwaailicht aan. Dat wordt dokken! Maar nee, de man heeft het veel te druk een groot transport te begeleiden. Wij sluiten er achteraan en kunnen zo de rotonde weer in de normale richting nemen. Mazzel hebben dus. Nou ja: we belanden wel in een kilometerslange file dwars door buitenwijken naar het centrum. Daar gaat het weer mis: we missen een afslag -stond ook véééls te laat aangegeven- en komen na veel omzwervingen bij de geplande camping: 'Seine & Eure'. Die ligt aan de Seine, te blakeren in de zon, zonder enige schaduw. Dat trekt ons in het geheel niet. We besluiten drie kilometer terug te gaan: we hebben zojuist een bord verwijzend naar een andere camping gezien. |
|||
|
Dat blijkt camping Les Terrasses te zijn: inderdaad tegen de heuvel aangebouwd op verschillende terrassen. Je rijdt eerst helemaal naar boven, waar de receptie zit. Vriendelijke ontvangst, met de gebruikelijke folders van de omgeving -altijd handig- en dan eerst lopend kijken waar we gaan staan. We vinden bijna bovenin een schitterend plekje, met een eigen keuken- en toiletgebouwtje en een fraai uitzicht. Achteraf blijkt dit een van de beste/mooiste campings van deze vakantie te zijn geweest. Op de foto is nog net een stukje van het eigen gebouwtje te zien, waarin toilet en afwas-ruimte zijn ondergebracht. |
zaterdag 14 juni: We verkennen het gebied rond Igovile Het wordt al wat vroeger: we zijn even voor achten op. Enthousiast pakken we de badderspullen, gaan naar het badgebouwtje -dat één terras lager ligt- en... dan blijkt het water op. Gelukkig is dat bij alle buren hetzelfde, dus we troosten ons met die gedachte. Voor ons biedt de eigen caravankraan uitkomst: we poedelen wat en voelen ons weer fris. De nieuwe watervoorraad komt uit onverwachte hoek: van boven! Het onweert stevig. Maar, als het mannetje van de waterleiding wat Frans-technische ingrepen heeft gepleegd, komen er ook weer stralen uit de campingkranen. Na het ontbijt doen we rustig aan: een bakkie, wat lezen en schrijven en dan, als beloning: Le Soleil! |
|||
|
Tegen het middaguur -we nemen het lunchpakketje mee- gaan we richting Evreux: de bisschopsstad. We zullen hier zeker een bezoek brengen aan de mooie 'kloostertuin'. De stad ligt in het stroomgebied van de rivier Iton en dat maakt het meteen tot een idyllisch plaat(s)je. Er zijn hier in de Tweede Wereldoorlog flinke bombardementen geweest, maar gelukkig zijn er ook mooie gebouwen behouden gebleven. Gewapend met een heldere beschrijving van een stadswandeling -dat zie je weleens anders- gaan we daarnaar op zoek.
|
||
We lopen eerst van de buzz langs de rivieroever en daar schiet ik nog even een plaat met de best imposante stadsbrug op de achtergrond. |
|
||
|
Als we bij het imposante stadhuis zijn, is er net een bruidspaar dat naar buiten komt. We wachten daar niet op en bovendien willen we het gebouw als totaal op de foto zetten, omdat dit toch wel erg indrukwekkend is. De geschiedenis van Évreux is een aaneenrijging van belegeringen, branden en verwoestingen, zoals dat trouwens bij zoveel Franse steden het geval is. Na iedere ramp namen de bewoners vol goede moed de heropbouw ter hand.
Evreux is vooral een imposante stad, met een prachtige kathedraal. |
||
De stad is van oorsprong ontstaan uit een GalloRomeinse nederzetting. In de 5de eeuw werd Evreux verwoest door de Vandalen, en in de 9de eeuw door de Normandiërs. Maar alle ellende was nog niet voorbij: in de 12de eeuw is de stad eerst door Hendrik I van Engeland en later door Filips II August in brand gestoken, in de 14de eeuw wederom in brand gestoken door Jan de Goede en later door Karel V de Wijze langdurig belegerd. Ook in de Tweede Wereld-oorlog had de stad zwaar te lijden door Duitse bombardementen in juni 1940 en door geallieerde bombardementen in juni 1944. Ondanks al die verwoestingen is het daarom geweldig dat er nog steeds zo'n mooie kathedraal staat: de Notre Dame. Natuurlijk gaan we er naar binnen en inderdaad: de beschrijvingen hebben ons niets teveel beloofd. Ook dit is weer zo'n gebouw waar eeuwenlang aan 'verbouwd en bijgebouwd' is, dus zie je nog steeds de verschillende stijlinvloeden die die periodes kenmerkten.
|
|||
|
Ook in latere jaren is er gelukkig een aantal gebouwen neergezet, dat de moeite van het bekijken zeker waard is. Voorbeelden -hiernaast van links naar rechts- zijn het theater, het station en het postkan-toor. Even klikken en je krijgt de grotere afbeelding. |
||
|
Na nog een paar leuke
straatjes wordt het weer tijd om naar de camping terug te gaan. We
kiezen een route langs enkele kleine dorpjes: eigenlijk een omweggetje,
want Igoville ligt tenslotte niet zo heel ver weg, maar zo zien we
tenminste nog wat van de omgeving. Na het eten is het nog lekker om buiten te zitten: dus we genieten volop van het terrassen uitzicht. Pas als de duisternis echt invalt -en daarmee ook de frisse wind toeneemt- gaan we naar binnen voor wat lees- en plakboekwerk. |
||