dag 20 dinsdag 30-12 Panajachel |
We houden Huehue weer voor gezien: Benedicio staat alweer klaar met zijn Turismobus. Ook deze dag mogen we dus weer comfortabel op reis, richting Panajachel. Na een korte tussenstop bij een wegrestaurant komen we in het dorpje Sololá. De grote markt is hier op vrijdag, maar dat maken we dus niet mee. Rond de kerk op het centrale plein is het dan een drukte van belang, waarbij je naast de overwegend rode klederdracht van de vrouwen van Sololá natuurlijk nog veel meer traditionele kleiding kunt bewonderen. Dit is een leuk stadje, met heel veel spulletjes om te kopen, schitterend gelegen met uitzicht op het meer van Atitlan. De handelaren hebben dat ook door: bij een soort parkeerplaats, met in de verte uitzicht op het meer, staan hun tafeltjes met koopwaar. Diverse spulletjes gaan hier grif van hand tot hand. Uiteraard scoren we hier een paar uilen voor de verzameling van Loes. Via de bochtige weg, die steeds verder afdaalt naar het meer, bereiken we in de middag Panajachel.
|
|
We brengen onze spullen naar
hotel Miralrio, want dat is de stek die voor onze groep is geboekt. Het is
een rechthoekig gebouw van twee etages, waar we op de eerste verdieping de
kamers krijgen.
|
Panajachel heeft een druk 'winkel- en kraampjesleven'. We gaan dus het dorp
in. We hebben hier eerst meteen het hotel besproken waar we volgende week met
z'n tweeën terugkomen en van maandag t/m donderdag zullen verblijven:
Hospedaje Contemporaneo. Eten even een snelle hap en genieten dan van alle kleurrijke spulletjes
die ze hier aanbieden. Hotel Miralrio ligt buiten het eigenlijke centrum,
maar juist daardoor kun je hier goed een ''rondje lopen'. De hoofdstraat is
één kleurrijke markt met kleine winkeltjes en kraampjes. Onze kamer in Miralrio. Blijkbaar hebben ze erop gerekend dat we nog een logé meenemen ;-)) |
|
![]() |
Lago Atitlan is een vulkaanmeer, dat zo'n 85.000 jaar geleden ontstond. Het meer wordt dan ook nog steeds omgeven door vulkanische dorpjes. De belangrijkste vulkanen zijn de San Pedro, Santa Clara, de Toliman en de grootste: de vulcano Atitlan. Vanauit Panajachel zie je vooral die laatste erg goed liggen. De naam Panajachel betekent .. Als bijnaam is het stadje bekend als Gringotenago: 'plaats van de gringo's ofwel buitenlanders'. Op zich stelt het plaatsje namelijk niet zoveel voor, maar het heeft een geweldige aantrekkingskracht op toeristen, die het dan ook een groot deel van het jaar massaal bevolken. |
|
dag 21 woensdag 31-12 Oudejaarsavond: |
We hebben weinig benul van feestdagen, maar denken wel steeds vaker aan het thuisfront. Het blijft -vooral Loes heeft daar last van- vreemd om met de jaarwisseling niet thuis te zijn, nadat we natuurlijk ook al de familiekerst hebben gemist. Het is een bijzondere ervaring om hier te zijn: vooral omdat het hier steeds 'warm' is, maar vooral omdat we het jaarritme flink kwijt zijn.
San Pedro is bekend om zijn koffie, die hier rijkelijk wordt geoogst. Dat geldt overigens ook voor de 'marijuna'. Langs de rand van het meer ontbijten we op een terras-op-de-eerste-verdieping aan het water. |
|
Dan staat de pick-up voor, die ons naar het beginpunt van onze bergbeklimming brengt. We moeten ruim 100 meter omhoog, via een heel steil slingerpad. Uiteindelijk kijken we vanaf een hoogte van 2235 m over het meer uit. Hier steken we alvast wat vuurwerk af, ondanks de waarschuwingen van enkele passanten die ons bezig zien en duidelijk maken dat dit niet mag.
Het is hier nog steeds schitterend mooi weer en hoewel we al zo'n drie weken op sjouw zijn, vermaken we ons nog steeds uitstekend. Dat komt mede dankzij de groep, waarin een prettige sfeer heerst. |
Op deze plek maken we ook wat foto's van groepsleden -en zij van ons- en natuurlijk het totaalplaatje van het reisgezelschap.
|
|
We dalen weer een stuk af en vervolgen dan over een wat beter
toegankelijke weg naar Santa Clara en dan weer met de pick-up (voor
degenen die niet zo bekend zijn met het Guatemalteeks vervoer: staand in
de achterbak) omlaag.
Een
groot deel van deze oudejaarsavond brengen we hier door. Heel gezellig,
mits je niet naar het toilet hoeft! (ik zal dan ook maar niet beschrijven
hoe dat er uit zag ;-(( Sleutelwoord: bruin, maar dan overal waar het niet
hoort... gatver! Tegen half elf gaan we terug naar hotel Miralrio en daar steken om 0.00 u op het dak vuurwerk af, champagne gedronken en rum.... goed voor een zeer diepe nachtrust... |
||
dag 22 donderdag 01-01 Nieuwjaarsdag:
...en vervolgens door naar Antigua: onze rondreis is over. |
Het zit er op: 2003 is voorbij, bij de thuisblijvers in Holland zelfs al zeven uur eerder dan hier bij ons. Helaas kunnen we nog geen e-mail sturen: dat is toch het 'minste contact'' dat we zouden willen maken. Iedereen komt langzaam op gang, mede vanwege de (alcoholische) feestelijkheden van gisteren/vannacht. Met z'n vieren -Fred, Dorina, Loes en ik) krijgen we het net-aan voor elkaar te ontbijten. De anderen wachten tot we in Chichicastenago zijn: dat is voor vandaag ons reisdoel.
Tegen half twaalf stoppen we op de parkeerplaats -tussen allerlei andere bussen- van hotel Santo Thomas. Dit is vernoemd naar de kerk die er tegenover ligt. het is nu nog een klein stukje lopen naar het centrum van Chichi.
Terwijl de anderen gaan ontbijten, gaan wij eerst op zoek naar een hotel,
want morgenavond zijn we hier weer terug (op weg naar Lake Atitlan voor de
'extra vakantie'). We hebben er enkele uit de Lonely Planet gehaald, dus die
zoeken we nu op. Dan lopen we langs Thomas -nu dus de kerk- naar de Avenu Cugamaltz. Op de hoek daarvan staat het Hospedaje Salvador, in een goede buurt, en 48 kamers over drie verdiepingen verdeeld. Het hotel ziet er prima uit, de prijs ook. We vergeten af te dingen -hoewel dat nu juist zo nadrukkelijk in de LP stond- en hebben voor Q 150 een hoekkamer op de eerste verdieping. Een grote ruimte met twee flinke bedden en een keurig betegelde douche (Calderia: we denken dat dat met koud water is, maar komen er later achter dat dit in het Spaans juist 'warm'' betekent. Gereserveerd dus, voor twee nachten. Daarna hebben we alle tijd om over de markt te slenteren.
In de loop van de middag rijden we door naar Antigua, waar we wederom overnachten in Casa Santa Lucia. Hier kunnen we twee nachten bijboeken -dankzij de hulp van Rob- zodat we niet meer extra hoeven te verkassen.
|
|