vakantie van
27 juni t/m 5 juli 2006


dinsdag 27 / woensdag 28


donderdag 29 / vrijdag 30


zaterdag 1 / zondag 2


maandag 3 / dinsdag4
woensdag 5 juli

 

 

Meer over Genève:
stedentrip Genève

 

dinsdag 
27 juni

 

aankomst in Genève

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


De rozentuin herbergt een schitterende collectie.

 

Klaar voor vertrek: stedentrip Genève

  laatst bijgewerkt: 17-08-2022 

In 2006 verbleef het gezin van onze dochter in Genève, het hoofdkwartier van het Internationaal Rode Kruis. Dat is tevens de werkgever van onze schoonzoon, dus een mooie aanleiding om zelf eens de stad en al haar bezienswaardigheden te verkennen. In dit reisverslag laten we anderen graag onze ervaringen in Zwitserland mee beleven.

De voorbereiding

Het wonder is geschied: de maandagavond voor ons vertrek ben ik om 22.15u helemaal klaar. Ook de dag zelf verliep redelijk rustig: niet al teveel artikelen voor de krant afmaken, want het meeste was zaterdagavond klaar. Dus: we drinken samen nog wat en gaan dan tegen twaalven -dat weer wel- plat.

Dinsdagochtend denkt Loes dat ze extra zomertijd nodig heeft. Niet alleen het wekkertje is teruggezet, maar de klok loopt nu een uur voor, zodat de radio al om half vijf begint te spelen. Gelukkig zakken we nog even af en drie kwartier later is het dan echt tijd. Een uurtje later lopen we naar het station en jawel: BINGO! De trein van 06.32u heeft vijf minuten vertraging. We zien de negen minuten overstaptijd als Zwitserse sneeuw voor de zon smelten. Gelukkig heeft onze aansluitende Schiphol-express ook twee minuten vertraging, dus we redden het. Dankzij de nieuwe westboog buigen we net voor Duivendrecht linksaf en komen we mooi op tijd op de luchthaven aan.De Easyjet vlliegtuigen staan klaar op Schiphol
Inchecken en zo verloopt prima en precies acht uur gaan we de trap af naar gate H-3. Even later zitten we in  het EasyJet-toestel en een kwartier te laat -08.45u- stijgen we op.

Aankomst luchthaven Genève

Ook nu gaat alles voorspoedig en bij aankomst op de luchthaven van Genève is er al niets meer te merken van vertraging: we landen klokslag tien uur. Sandra en Samantha staan deze keer òns op te wachten en we gaan eerst met buslijn 10 en dan met tram 13 naar de Rue du Valais, waar zij hun appartement hebben. Lekker rustig, ondanks het verkeer voor de deur, maar zelfs op het mooie grote balkon heb je daar geen last van.

We krijgen de tijd om even rustig bij te komen en nemen alvast wat toeristische folders die die Sandra heeft verzameld. Na de lunch wandelen we naar het meer van Genève: we lopen langs de waterkant en een van de eerste dingen die we vanzelfsprekend aan de overkant zien is de fontein. Deze keer heb ik alleen de digitale camera mee, dus er wordt driftig geschoten. Binnen vijf minuten snap ik al niet meer waarom er geen enkele Genèvegids in het Nederlands is, want er valt hier genoeg te zien. Wellicht niet voor twee weken -dat moeten we nog ervaren- maar je kunt zowel in de stad als in de omgeving genoeg beleven. Gelukkig maar, anders zou ik na deze regels wel zo ongeveer kunnen stoppen: niets meer te zien.

Genève is vooral een groene stad

De gemeente maakt veel werk van het aantrekkelijk maken van de stad: er zijn veel parken, van klein tot groot, overal zie je mensen aan het werk die van alles onderhouden, er hangen plantenbakken aan de reling langs de boulevard, in het water bij het eiland drijven met bloemen opgemaakte ''scheepjes met vissersnetten', kortom: de toerist moet zich hier thuisvoelen. Dat doen we dan ook. We steken bij de voetgangersbrug de Rhône over en wandelen richting Engelse tuin. Daar moet natuurlijk de bloemenklok - sinds 1955 een van de symbolen van de stad- op de foto worden gezet. Overigens schijnen we niet in het meest fleurige seizoen te zitten, want op plaatjes die we ervan hebben gezien, kan de klok er véél bloemrijker uitzien.

We vervolgen onze route nu langs de 'overkant' van het meer, richting rozentuin in het Parc la Grange. Dit is in 1915 aan de gemeente geschonken en zorgt er dus voor dat een flink stuk in het centrum niet mag worden bebouwd en op die manier een van de noodzakelijke groene longen vormt.
Een schitterend opgezet park met een rosarium, waar natuurlijk opnieuw enkele bloeiende soorten op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Even verderop in het park zijn in een boogvorm kleine rozenperken aangelegd, met daarin rozen die waren ingezonden voor een wedstrijd. De bordjes met zilveren en gouden medaille en noviteit 2005 of 2006 staan erbij. En vooral bij die laatste groep zitten heel mooie, tweekleurige exemplaren.

We keren terug naar de boulevard en lopen tot aan Port Noir, waar vandaan twee lijnen van de mouettes de Genève vertrekken: de openbaar vervoerbootjes die voor twee frank de verbinding tussen stadsdelen onderhouden. Wij gaan met lijn 4 naar de Perle du Lac. Tegen vijven zijn we thuis, verwelkomen schoonzoon Paul bij terugkomst van zijn werk op het hoofdkwartier van het Rode Kruis, genieten van lasagne en natuurlijk nog even van onze kleindochter. Drie uur later wordt het ook voor ons zo langzamerhand bedtijd.

woensdag
28 juni

 


Een van de vele klokken die je in Genève aan de gevels ziet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met de walkman op zwerven door het oude centrum

Heerlijk rustig opstaan. Loes is er vroeg uit, zelf kom ik om half negen kijken hoe het ermee staat. Na het ontbijt gaan we met Sandra en Samantha -via een alternatieve route- naar het centrum. Bij het VVV halen we een walkman op die ons de komende vijf uur de weg zal wijzen door de oude stad. Uiteraard beginnen we bij het meer, ook wel Lac Lémain genoemd. Het VVV zelf bevindt zich op het Rousseau-eiland in de Rhône in het 'Machinegebouw', waar ooit de waterkracht uit het meer werd gebuikt om stroom op te wekken. Vlak erachter staat een oude stadstoren, met bovenin -hoe kan het anders in dit klokkenland- een mooie klok.


Passage des LionsPassage des Lions

Volgens het kaartje lijkt het dat we links de Rue Conféderation in moeten, op weg naar een klein pleintje. We kunnen het niet zo snel vinden, maar gelukkig wel de -waarschijnlijk enige passage in deze stad: de Passage de Lions. Natuurlijk wordt die voor de 'verzameling' vereeuwigd. We gaan aan de overkant terug en komen dan toch maar bij een van de oudste straatjes van Genève, de Rue de la Cité. Je kunt hier al meteen merken dat de stad aan de voet van de berg is gebouwd, want we moeten flink klimmen.
We scoren echter eerst voor de kleindochter -die intussen voor haar middagslaapje al met mama naar huis is- een mobile met kleurrijke vissen. Eenmaal buiten blijkt de cd de juiste oplossing voor het niet gevonden pleintje te geven: we moeten bijeen van de vele deuren linksaf een smal gangetje in en dan staan we op een alleraardigst 'plaatsje': de Cour Bémont. Helaas is het pand met de balkons -met fraaie balustrades- ingepakt wegens restauratie, maar het pleintje op zich is erg leuk.


De Grand Rue is haast middeleeuws

We wandelen de straat weer een stukje verder in , langs het place du Grand-Mézel en komen dan in de Grand-Rue: ook al zo'n oud, haast middeleeuws straatje. Er zit nog een hele oude boekhandel met houten gevelfront, zoals je ze ook vaak in Parijs tegenkomt. Met een klein uitstapje nar rechts komen we bij een van de oudste kerkjes van Genève: de Eglise Saint-Germain. Vroeger katholiek, maar na de reformatie uiteindelijk in handen gekomen van oud-katholieken. Helaas is de kerkdeur gesloten, dus we weten niet hoe mooi het binnen is.
Dat krijgen we wel binnen in de Cathédrale Sint-Pierre te zien, opgetrokken in Romeins/Griekse stijl met veel zuilen aan de buitenzijde. Het licht om te fotograferen is niet zo veel, bovendien vind ik er weinig interessante details.

We treffen een onverwacht kijkgenot

We lopen om de kerk heen naar een aardig pleintje en leggen en passant nog even een gouden beeld vast bij het Museum van de Reformatie. Als je linksaf slaat bij het Paleis van Justitie zie je in een hal een praktische oplossing voor het stallen van fietsen: met het voorwiel omhoog tegen de halmuur. Vlak daarna ga je weer door zo'n deur die toegang geeft tot onverwacht kijkgenot: de Passage Mathurain-Cordier. Met een serie van vier trappen kom je uiteindelijk op de oude stadsomwalling, waar links het Collège Calvin staat: de school die in opdracht van Calvijn is gesticht om zijn ideeën te onderwijzen. Over de omwalling lopend kun je je al een beetje een voorstelling maken hoe het er hier vroeger uitzag: een stevig stuk verdediging om de stad te beschermen tegen ongewenste indringers. De tocht voert nu weer door een heel oud straatje: de Rue Etienne-Dumont, vroeger beter bekend als de straat van de mooie meisjes. De activiteiten die hier plaatsvonden laten zich raden, zo meldt onze gids.
Even verderop ligt een van de oudste pleintje van de stad: de Place du Bourg-de-Four. Eveneens hooggelegen, maar wij dalen via een trapje af richting het Parc des Bastions. Daar schijnt een groot evenement te gaan plaatsvinden, want een heel leger agenten sluit de toegangen af en laat de mensen er alleen nog maar uit en niet in. Bij de hoofdingang zien we even later een nagebouwde kasteelingang, met een waarschuwingsbord: 'Pas op! Er komen prinsesjes langs'.

Wij vervolgen het laatste stukje van de route via de Place Neuve, langs de buste van Henri Dunant, en dan terug via de Place Saint-Gervais naar het toeristenbureau. Erg leerzaam en zeker genoeg wetenswaardigheden en bezienswaardigheden om op te nemen in een boekje over Genève.
Via de boulevard langs het meer gaan we terug naar de flat, maar zien op een pleintje nog een hele verzameling kinderen aankomen, netjes in rijtjes met juf en meester: het is het afsluitend schoolfeest van dit jaar. Ze worden met een bus opgehaald en gaan wellicht naar het Parc des Bastions.   

Genève