|
Met
binnenlandse vlucht naar Toronto
Even over acht staat de pendelbus voor de deur. De chauffeur
vraagt nog even voor de zekerheid onze bestemming, als we hem melden naar
terminal M te gaan. Hij is het met ons eens: voor binnenlandse vluchten is
dat goed. We krijgen assistentie bij het zelf-inchecken, maar vergeten te
vragen of we stoelen bij het raam hebben. Nee dus.
Op de tafeltjes van White Spot staan bordjes met de melding dat je bij elk
luchthaven-restaurant 'Food on the flight' kunt bestellen. We beginnen te
twij-felen: zou dat ook gelden voor de 4½ uur
durende vlucht naar Toronto? |
Jawel, zo bevestigt een medewerker
van Air Canada, koop hier maar wat, dat is voordeliger en met een uitgebreider
sortiment dan in het vliegtuig. Prima: die raad volgen we op.
Loes gaat wat
uitzoeken en jawel, bij de ons inmiddels bekende Tim Nortons worden we toch
ook maar klant. De controle bij de douane verloopt goed en we gaan naar C35.
Daar zijn ze al bezig met instappen, dus we kunnen meteen aansluiten. Binnen
het kwartier, van douane tot stoel 38 D/E, zitten we aan boord. |
Met precies 22 minuten vertraging kiezen we om 10.22u het
luchtruim. Een keertje koffie en wel zoveel water als je wilt is inderdaad
het enige dat je krijgt. Het is mooi weer, mar behalve wat zonneschijn zien
we er verder weinig van, zo boven de wolken. Na het nieuws, dat ook al niet
sprankelend wordt gebracht, draaien ze de meest oubollige film die je je
maar kunt voorstellen. Er zijn heel veel flashbacks, waarin de hoofdpersonen
een steeds wisselende leeftijd hebben. Die munten bovendien uit in het
uitstralen van depressiviteit. We hopen voor degenen die wel hebben gekeken,
dat ze op Pierson Airport klaar staan met psychische hulpverleners.
Tegen kwart voor twee, we hebben dus nog zo'n drie kwartier te gaan, worden
de sets met koptelefoon en het afval al opgehaald. De tv is uit en ook de radio zwijgt
in alle talen. Even later zal blijken waarom ze zo'n haast hadden: we landen
een kwartier voorop het schema. Helaas kunnen we geen luchtfoto's nemen van Toronto, maar we herkennen al wel een gebouw dat boven alles uittorent: de
337 meter hoge CN Tower. De landing verloopt, zoals verwacht, probleemloos.
We worden keurig opgehaald door de dochter
We kunnen gewoon, zonder enige controle, doorlopen naar de
aankomsthal. Ook voor de binnenlandse vluchten is deze ruim opgezet, maar
het internationale deel schijnt helemaal strak en futuristisch te zijn.
Vol verwachting kijken we we tussen het wachtende publiek
naar een bordje met onze namen. In eerste instantie zien we nog niets
bekends, maar in 'de tweede rij' zien we ineens ''Loes & Léon''.
Bingo! Oh, nee... Jennifer! We begroeten elkaar hartelijk en gaan naar de
parkeergarage. |
Jennifer is de auto even kwijt, maar gelukkig kan ik de
oplossing bieden: zwart en glimmend staat daar de Pontiac Sunshine, ons
vervoermiddel voor de komende drie weken. Voor nu laten we ons nog even
vervoeren, want de weg door de stad zegt ons nog helemaal niets.
Navenby Crescent, het
huis waar we drie weken doorbrengen.
Een halfuurtje -en veel wegeninformatie-
later staan we op Navenby Street. Jennifers echtgenoot is er ook al: die
neemt haar na de rondleiding door het huis in zijn auto mee terug.
We worden aan onszelf overgelaten.
We vieren ons
verblijf met wijn van Margaret
Dat gaan we eerst met een glaasje wijn
bekronen: een heerlijke rode Merlot die Margaret voor ons heeft klaargezet. De klok
staat weer ineens drie uur later, maar voor ons lijkt het dus nog geen half
zeven. Tegen de tijd dat we willen eten, gaan we het nabijgelegen
buurtwinkelcentrum wandelen. Jennifer heeft ons de Italiaan aangeraden die
daar zit. Helaas: Trattoria Roberto is op zondag gesloten. Iets verderop zit
een Aziatische supermarkt en daar halen we dan maar de ingrediënten
om zelf -nou ja: Loes dan- aan de slag te gaan. Terug in het huis probeer ik
te ontdekken waar de diverse schakelaars voor lampen zitten. Een kleine drie
kwartier later heeft mijn eigen keukenprinses weer een geweldige maaltijd in
elkaar gezet. We zitten nog heel even na, maar dan is het vuurtje toch
echt gedoofd: bedtijd. |