Op weg naar Whistler

laatst bijgewerkt: 12-09-2019naar overzicht reispagina's

terug naar de eerste week: Vancouver Island    we zijn nog onderweg... even geduld aub  naar de eerste wek Toronto  begin tweede week Toronto: Pioneer Village  we zijn nog onderweg... even geduld aub

week 2

Van Horsheshoe Bay via Whistler naar Kamloops  van Kamloops via Wells Gray NP naar Jasper  de Icefields Parway van Jasper naar Lake Louise en door naar Revelstoke

 maandag 10 september: Nanaimo/ Horseshoe Bay, de Shannon Falls en Squamish naar Whistler       gereden: 140.4 km

Onze tweede week start met de overtocht van Nanaimo naar Horsheshoe Bay, in het noordwesten van Vancouver. We nemen de ferry van tien over half tien, dus we hebben alle tijd voor een heerlijk ontbijt met Arjan & Jackie. Die kunnen hun eigen ogen niet geloven, als ze zien dat het wederom heerlijk weer is, een aangenaam temperatuurtje met zon, warm genoeg om op het terras te eten. Dit hebben zij in weken niet meegemaakt. Wij in Nederland ook niet, dus ook wij zijn dik tevreden.

Er komen allerlei cerials op tafel, want sinds zij op een van hun reizen een speciale mix hadden gekregen, stelt Arjan zijn eigen mix samen. Jackie houdt het bij haar favoriete muesli en wij doen met Arjan mee: dat willen we wel eens proeven. Inderdaad: een smakelijke combinatie.

 

Even voor half negen gaat de telefoon: Arjans broer, ofwel onze fietsvriend, Frank belt vanuit Holland Landing. Natuurlijk wil hij weten hoe we Canada tot nu toe vinden, of het uitzicht vanaf Arjans huis ons bevalt en hoe het met ons gaat. Hij en zijn vrouw Renae zien er naar uit om ons over drie weken bij hen thuis te ontvangen. Volgens de al eerder gemaakte afspraken gaan we dan samen het een en ander ondernemen.
Wij gaan ons eerst gereed maken voor de rit naar de ferry.

De route naar Departure Bay is niet moeilijk, maar wij krijgen het voor elkaar om al bij de tweede straat verkeerd te rijden. Dat wordt een extra ommetje van tien minuten, maar dan zitten we toch weer op het goede spoor.
We mogen deze keer in rij 13 gaan staan en roepen meteen dat dit ons geluknummer is. Dat klopt wel, want keurig op tijd mogen we de boot oprijden. Even gas geven -het propaangas hebben we netjes afgesloten en het ventiel met een sticker 'verzegeld'- en we komen op deck 3. Auto afsluiten en dan via de trap naar deck 6: het zonne- of buitendek. Het is vandaag met recht een zonnedek: er staat een windje, maar de zon schijnt al heerlijk. Bovendien is het behoorlijk helder, dus we kunnen volop genieten. Daarnaast is deze boot wat moderner dan die tussen Vancouver en Victoria, dus we beleven deze overtocht veel meer.

foto's vervangen !!

Even over twaalf bereiken we de overkant. Het ontschepen verloopt vlotjes en tegen kwart voor een rijden we op snelweg 99: de Sea to Sky-highway. We waren er al voor gewaarschuwd: het eerste stuk tot aan Whistler is één groot werkterrein.

 De complete weg wordt verbreed naar twee keer twee rijstroken en dat valt in een gebied met zoveel rotsgrond niet mee. Steeds zijn er stukken weg versmald, half opgebroken, nog niet van nieuw asfalt voorzien of, inderdaad, klaar. Maar van die laatste soort hebben ze er nog niet zoveel. Je moet dus constant opletten op wijzigingen in de snelheidslimiet. Er is ook een deel waar ze blijkbaar absoluut niet willen dat er hard wordt gereden: daar krijg je een werkwagen met zwaailichten voorop, die het filetje auto's achter hem met een 'gepaste' snelheid van 20 km/u voorrijdt. Heel vermoeiend rijden, het schiet voor geen meter op en de mooie uitzichten onderweg worden eigenlijk verknald door al het wegwerk. 

Gelukkig zijn er nog wat mooie stops onderweg, zoals de Shannon Falls. Heel makkelijk te bereiken: auto op de parkeerplaats, klein stukje lopen en je krijgt al een del van de val in beeld. Als je even doorloot naar boven, kom je nog dichterbij. Het water valt hier van 335 meter hoogte, dat wil zeggen: zes keer zo hoog als de Niagara watervallen. Maar ja, die zijn veel breder en daardoor ook indrukwekkender. Je moet echter op zo'n vakantie klein beginnen, nietwaar? Desondanks lukt het niet om de val in zijn totaal in beeld te krijgen.

Grappig zijn de steentjes die je hier overal ziet: bezoekers bouwen spontaan de Inuksuk  na, het beeldje van de indianen dat verbroedering betekent. Bij deze zijn ze niet zover gekomen, want juist de platte steen die dwars over de stapeltjes hoort te liggen, ontbreekt.

Bij het plaatsje Squamish ligt het West Coach Railway Heritage Park. Tsja, je bent treinliefhebber of niet, maar wij gaan er dus een kijkje nemen.

Ze hebben een indrukwekkende verzameling rijtuigen, waarvan een deel is gerestaureerd en toegankelijk voor bezoekers. Een ander deel wacht nog op de broodnodige vrijwilligers, die alles weer in oude luister willen herstellen. We kopen een toegangskaatje en bekijken alvast een deel van de gift- en souvenirshop.

De toegang tot het terrein wordt gevormd door het oude stationsgebouw van Squamish. Dus lopen we eerst naar het perron, waar een van de nieuwere exemplaren van een dieselloc staat.

Er is op het terrein een hele route uitgezet, die we braaf volgen.

Dat het reizen per trein vroeger niet altijd even ongevaarlijk was, bewijst een van de posters die in een oude wagon over de spoorweggeschiedenis is opgehangen. Deze toont een treinberoving waarbij iedereen zijn sieraden moest afstaan.

We rijden door richting Whistler en passeren eerst de Bryndawyne Falls. Die laten we even voor wat ze zijn, want we ervaren inmiddels zelf hoe vertragend alle werkzaamheden voor de Olympische Winterspelen in 2010 werken. We bereiken na zo'n 110 kilometer -waar we dus bijna vier uur over hebben gedaan- het stadje Whistler. Het oorspronkelijke plan om door te gaan naar Pemberton laten we varen: het rijden met al die vertraging werkt heel vermoeiend en we zijn dus toe aan een verfrissende douche.

Eerst gaan we Whistler zelf in, maar dat blijkt inderdaad een uit de grond gestampte wintersportplaats. Wat een eenheidsworst van gebouwen, die allemaal even lelijk zijn. Inderdaad: hier hoef je niet lang te blijven.

We vragen bij het Visitor Infocentre een goede plattegrond en de baliemedewerkster tekent er meteen op aan: snelweg vervolgen, bij de tweede stoplichten rechts, direct links en dan ben je bij Riverside RV campground. Moet te doen zijn. Wij zien echter allerlei van alles: dorpsstraatjes, bouwterreinen, parkjes, maar geen RV park. We vragen het twee fietsers: terug naar de snelweg, bij het volgende stoplicht rechts en dan meteen links. Ahaaaa! De infodame had zich dus vergist: pas bij het derde stoplicht voer je de beschreven handelingen uit en jawel: een groot bord met daarop Riverside Campground welcomes you.

Dat laatste kunnen we ons voorstellen: ze vragen hier zonder blikken of blozen 50 dollar voor een overnachting bij een hook-up. En om dan te zeggen: alles is hier geweldig voor elkaar: nee.

van Whistler naar Kamloops