na wandeling in MacMillan Park terug naar Nanaimodonderdag 6 september: gereden: 104 km |
||
We gaan terug naar NanaimoHet is half tien als we campground Arrowvale achter ons laten en door het centrum van Port Alberni de route terug naar Nanaimo kiezen. We hebben namelijk besloten niet opnieuw -maar dan over de weg- naar Ucluelet te gaan, noch naar Pacific Rim. Dat wordt een te gehaast bezoek, want je moet toch 122 kilometer heen en weer rijden. Natuurlijk kun je bij Ucluelet mooie wandelingen maken en missen we bij Long Beach het regenwoud, maar we missen ook de werkzaamheden aan de weg -zoals we van andere bootgangers in Port Alberni hoorden. Nu hebben we tijd om het MacMillan Provincial Park te bezoeken, waar de grootste Douglas sparren van Canada te vinden zijn. Dat valt nog niet mee om die helemaal in beeld te krijgen, maar een beetje idee geeft deze foto wel. |
We bezoeken eerst de zuidkant van het park, waar de dikste boom zo'n 4,5 meter in omvang telt. Een indrukwekkende knaap en ook dit bosgedeelte is zeker het bezoeken waard, hoewel de uitgezette track erg kort is. Ze zijn namelijk bij de lange track met onderhoudswerk bezig, dus die is vandaag niet toegankelijk. Als we het park vergelijken met Maits Rest in Australië (langs de Geat Ocean Road, bij Cape Otway National Park), dan maakte dat laatste op ons meer indruk, vooral ook omdat het daar veel vochtiger was. Bovendien waren de varens er geweldig hoog, hier zijn het maar kleintjes. We steken de weg over en wandelen door het gedeelte dat naar een riviertje leidt. |
|
Een staalblauwe vogel zoekt voedsel voor de kleintjesHet is hier wat afwisselender en we spotten ook nog een staalblauw -zwarte vogel, die kennelijk druk in de weer is met het zoeken naar voedsel voor haar kleintjes. Buiten het zicht horen we die in het struikgewas piepen. Moeder zelf wil ook niet al te lang voor de lens blijven zitten, dus dit is het enige resultaat dat we halen. |
Het volgende stuk weg naar Nanaimo neemt niet zo heel veel tijd meer in beslag. Na en bezoek aan de super -even groot inslaan voor het weekend, en ook maandag komt er niets van- zetten we de campervan in het centrum. Dat valt tegen. Er is niet iets specifieks waarvan je zegt: dit is Nanaimo. Het is inmiddels vier uur, dus willen we even bij de bieb internetten. Met internet wordt het nikls
Ook dat valt tegen: op liefst acht computers aan een
van de tafels staat dat ze buiten gebruik zijn; de andere acht zijn
bezet en er zitten al drie mensen te wachten. Dat wordt dus niks,
want over een uur sluiten ze de tent. |
|
De haventoegang wordt 'bewaakt' door twee kanonnen
Op de
wat hoger gelegen boulevard staan twee kanonnen, die nog herinneren
aan de tijd dat de eerste kolonisten hier kwamen. Zij vonden het wel
een prettig idee de toegang vanaf het water tegen aderen te
beveiligen. Nog elke dag om twaalf uur 's middags vindt hier een
kleine ceremonie plaats, waarbij de afgevuurde polystyreen kogels
voor flinke knallen zorgen. |
We nemen nog wat plaatjes bij de boten aan de steigers, onder meer van het pontje dat hier voor de verbinding naar nabijgelegen eilandjes zorgt. Daarna gaan we op zoek naar de camping voor deze nacht: Westwood Lake. Opnieuw een camping die 'lekker losjes' is opgezet met ruime plaatsen. We betalen hier $ 27,- (we geven deze info speciaal voor anderen na ons die plannen hebben deze kant op te gaan, want twee dagen later ondervonden we zelf de grote prijsverschillen). |