zaterdag
26 juni...
via
Seés naar Breteuil sur Iton
voor het laatst
bijgewerkt op:
23-02-2022
|

 |
|
We vertrekken om kwart over tien en
rijden nu flink in noordoostelijke richting. We volgen een klein
stukje D918 en dan oostwaarts de D908. Het eerste stadje dat we
tegenkomen en ons een bezoekje waard lijkt is Seés, waar we de
Heppiebuzz dus even aan de kant zetten.
We zien in dit stadje veel verval,
onder andere bij de kerk. Er is zaterdagse markt en daar lopen we
eerst in een boog omheen, om nog wat gebouwen te bekijken en gaan dan
zelf ook even over de markt. Dat blijkt een goed idee, want ik scoor
hier voor een schappelijke prijs een nieuwe pet.
Als we nog een stukje stad
doorlopen, komen we bij een enorme bouwplaats: dat blijkt het Palais
te zijn, dat volledig wordt gerestaureerd. |
 |
Het leuke is dat als we 'achterom
langs' lopen, we de kerk wel in volle glorie te zien krijgen en dan
is het best een fraai gebouw. We gaan nog even naar binnen en daar
blijkt een ensemble van jongelui aan het oefenen. Zo te horen hebben
ze nog wel wat repetities nodig voor ze kunnen optreden, maar we
schatten in dat dat wellicht morgen al is tijdens de mis.
Vanuit Seés doorkruisen we het laatste
stukje Basse-Normandie, op weg naar Moulin-la-Marche en dan verder
naar l'Aigle, een stadje dat dit jaar zijn duizendjarig bestaan
viert, getuige de banieren in de stad. |
Er staat hier een kasteel uit 1640,
maar wij vervolgen onze toeristische route, nu door de
Haute-Normandie naar de bestemming voor vandaag: een camping in
Breteuil-sur-Iton.
Als we
Breteuil binnenrijden, valt ons meteen op dat het stadje er gezellig
uitziet. We parkeren de buzz en kijken even rond in het centrum.
|
|
 |
Ze
hebben hier een pracht van een stadhuis en daar tegenover een mooi
pandje waar een gezellig café is
gehuisvest.
Op het kleine
pleintje voor de kerk staat trouwens een heel opvallend kunstwerk.
Basis is een oud model auto en daarop en overheen is van alles
gedrapeerd. |
 |
 |
 |
We rijden nog een klein stukje verder,
twee straten ongeveer en dan moeten we bij de camping zijn.
Blijkbaar heeft Germaine zin om ons een rondje van de zaak te geven,
want even later rijden we weer hetzelfde plein op. Blijkt dat
we één straatje verder rechtsaf hadden
gemoeten en dan naar links.
gereden: 98 km. |
Camping les Berges de l'Iton
ziet er netjes, verzorgd uit. We zoeken vanwege het gebruik van
internet een plekje niet al te ver van de receptie en blijken dat
vlakbij een inspecteur van de ACSI te staan. Deze Belg controleert
een aantal dagen alle voorzieningen op de camping, om te zorgen dat
alles weer goed in de volgende editie van de Acsigids staat en hij
mensen die dat willen extra informatie en advies kan geven.
|
zondag
27 juni...
Wandelen,
maar dat lukt niet: dan maar naar Versailles |
 |
De route
naar Versailles staat goed aangegeven. Bovendien hebben we Germaine
nog, die ons precies volgens die borden laat rijden. Lastiger wordt
het als we Versailles naderen. Ik heb natuurlijk geen idee hoe de
straat heet waar het paleis en de tuinen liggen. We komen in een
buitenwijk terecht en het kost enige moeite de juiste route te
vinden.
Achteraf
ontdek ik dat je door te klikken op een plaats heel eenvoudig het
centrum kunt aangeven cq vinden.
Maar ook met
hulp van enkele wandelaars bereiken we -een van de- grote
parkeerplaats(en) dicht bij het paleis. We nemen eerst een broodje
en lopen dan -zonder te betalen: dat hoeft niet op zondag- richting
deze toeristische top-attractie.
Dat blijkt
te kloppen: het is er flink druk en er staat een enorme rij om naar
binnen te mogen. Daar gaan wij ons dus niet bij aansluiten: we
houden het bij een rondje om en het maken van foto's. |
We gaan
dus welgemoed op weg: een halfuurtje
rijden. Juist als Germaine meldt dat we er zijn, bevinden we ons op
de splitsing van twee kleine weggetjes met alleen maar landerijen om
ons heen en één huis. Dat kan niet goed zijn. We hebben ook een
adres: dus dan dat intypen. We worden weer verder gestuurd en na een
kwartier staan we... precies op dezelfde plek. Geen parkeerplaats te
zien. We geven het op. Dan maar geen wandeling: we besluiten door te
rijden naar Versailles. Ruim drie kwartier later rijden we langs
dezelfde opvallend beschilderde watertoren, vlak voor Breteuil.
|
Het blijft steeds opnieuw een schitterend
gezicht: al dat goud, blinkend in de zon, die ook vandaag weer volop
aanwezig is. |
 |
 |
|
We hebben besloten om
vandaag nog een flink stuk verder te rijden. We willen namelijk
voorbij Parijs komen, zodat we niet de drukte van de
maandagochtendspits hebben.
|
|
Dus gaan we op weg naar de
Périphérique.
We weten dat het daar altijd uitkijken en goed opletten is. Niet
alleen wat betreft het drukke verkeer, maar vooral ook welke
rijstrook je moet hebben.
Wat dat betreft bewijst
Germaine ons hier een gouden dienst: ze geeft feilloos aan waar we
van baan moeten wisselen -we houden natuurlijk zelf ook een oogje op
de borden- en het is natuurlijk een flinke afstand die je aflegt, zo
om de stad heen, maar het gaat 'voor de wind'. Met de drukte valt
het inderdaad mee: er is natuurlijk wel flink wat verkeer, maar dat
is logisch bij een miljoenenstad. Precies op het juiste moment
krijgen we te horen dat we moeten gaan uitvoegen: net voorbij de
Porte Saint-Ouen richting Le Bourget, eerst de N2 en dan de D317
richting de volgende camping: Sorel, want we blijven natuurlijk niet
de snelweg volgen. |
 |
 |
De camping -de Sorel in
Orvillers- maakt
eigenlijk onderdeel uit van een landgoed. Nadat we -voorbij het
grote kale veld voor de blijkbaar weinig eisende doorgangsgasten-
een hele leuke plek, met wat schaduw van bomen, hebben gevonden,
gaan we naar de weg terug. Daar bekijken we het landhuis en schieten
er natuurlijk een plaatje van. Tsja, je zult in zoiets wonen ;-))
Ach, dan moet je het ook allemaal maar onderhouden. Dan zijn wij met
onze Heppiebuzz sneller klaar. Bovendien: wij hoeven nooit te zoeken
in welke kamer de partner is: wij zitten gewoon vier weken op
elkaars lip (en dat is heel prettig, kan ik uit ervaring melden).
|
Terug op de camping zien
we dat er net nieuwe buren arriveren: een jong stel met een klein
dochtertje. Ze hebben alleen een personenauto bij zich, maar daar
blijkt dan ook van alles in te zitten: van tent tot tandenborstel.
Terwijl papa en mama de
tent opzetten, een exemplaar met fiberstangen aan de buitenkant, dus hij
staat snel, gaat dochterlief op ontdekking en komt bij ons
terecht. Mooie aanleiding voor een praatje: een van de voordelen van
deze manier van door het land trekken in je vakantie. Althans, zo
vinden wij dat. |
 |
 |
De camping heeft vlak na
de ingang een heel groot veld, maar je kunt er prima voor
alternatieven kiezen. Het bevalt ons hier best voor een nachtje,
alleen het sanitair kan echt niet meer. Dat is ondergebracht in een
soort oude schuur met een vleug 'Mediterraan gevoel', smalle
gangetjes, ouderwetse wasbakje, vloer drijfnat... Ach, het is voor
ons maar een nacht, maar we kunnen ons niet voorstellen dat je hier
met je gezin met kinderen langer dan twee dagen wilt staan. |
|
gereden: 98 km. |
 |