
Adelaide
zaterdag
3 december
Adelaide heeft een
uniek vervoerssysteem: de O-bahn, waarover we echter nog nooit ergens info
hebben gelezen.
Twaalf kilometer lang en al in 1986 in gebruik genomen.
De twintig minuten
durende rit naar Glenelg is een belevenis op zich. In het stadhuis is net
een tentoonstelling ingericht over de ontwikkeling van Adelaide. In 1836
landde Captain John Hindmarsh hier en stichtte de stad Adelaide.
|
FEEST!
Kleinzoon Robin viert vandaag zijn negende verjaardag, maar wij kunnen van
hieruit alleen maar op hem proosten. Door het tijdsverschil beginnen we daar
natuurlijk niet 's morgens vroeg mee. We gaan eerst naar de overkant van de
straat, want daar zit een firma die adverteert met sd-kaarten van 1 Gigabyte
voor 90 dollar. Of het een lokkertje is, of dat ze echt uitverkocht zijn
weten we niet, maar de prijs begint vanaf 110. Dan maar geen alternatief
voor de video, die nog steeds -opnieuw- in alle talen zwijgt. We verkennen
de route naar het Keswick-station, want daar vandaan zal morgen onze reis
naar Alice Springs beginnen. Het ligt verder weg dan we dachten en dus
besluiten we morgen in ieder geval per taxi te gaan. Op naar het centrum. We
kopen bij de buschauffeur een dagkaart voor $ 6.60 ofwel in Europees geld 4
euro. Daarvoor mogen we de hele dag met bus, tram en O-bahn.
Bij het
infokantoor van de metropolitan-vervoerder vragen we nog even de
mogelijkheden na en dan gaan we op zoek naar een ingang voor de O-bahn, die
ons naar de oostelijke voorsteden moet brengen. Daar kunnen we dan
overstappen op de circlebus. Geen ingang te vinden. We vragen het een
passerende buschauffeur: ''Kruising oversteken, tweede halte.'' Daar staat
inderdaad een haltepaal, met de info dat bus 9IT naar 'Tee Tree Plaza
Shoppingcentre' gaat. Gewoon,
over straat en niks O-bahnerigs. Zal wellicht net zo'n futuristische
gedachte zijn als de HOV-baan in Utrecht? Gedeeltelijk gewoon over straat en
dan in de buitenwijken op een vrije baan? Een kwartiertje later weten we het
antwoord: het is inderdaad een vrije baan, maar met geleiding. De bus nadert
de betonbaan, de zijgeleider-wielen worden geblokkeerd en de chauffeur
hoeft dus niet meer te sturen. Resultaat: zijn bus gaat met een vaart van
maximaal 100 km/u met de wielen over twee betonstroken. De baan is hierdoor
smaller dan bij twee 'gewone busbanen' en neemt in het Torrens River Park
dus relatief weinig ruimte in. Gek toch, dat we daarover in geen enkele publicatie
eerder iets hebben gelezen. Dit is een top-voorbeeld van modern openbaar
vervoer. Bij Klemmm-station ligt er weer 100 meter gewoon asfalt, zodat de
bus langs het perron kan stoppen. Daarna vervolgt hij zijn weg weer, maar
wij zijn er dan al uit om de circlebus te nemen. Die voert ons inderdaad
ruim een half uur door allerlei voorsteden, waarbij wij de verschillende
bouwstijlen van huizen en inrichting van tuinen bekijken.
Bij Plymfield kruist de bus de baan
van de tram naar Glenelg: tijd om over te stappen. Deze historische tramlijn
werd vroeger onderhouden met de paardentram, daarna de stoomtrein en
vervolgens vanaf 1909 met de elektrische tram. Die dreigde in verval te
raken, maar nu is het -zowel bij Adelaiders als toeristen- een geliefd
vervoermiddel naar de badplaats van Adelaide: Glenelg.
We hadden er al over
gelezen, maar dit is inderdaad een heel gezellig voorstadje met veel
boetieks en eettentjes. Niet schreeuwerig, niet protserig, gewoon leuk. Dus
stappen we recht voor de pier uit en dwalen een hele middag rond tussen
boulevard en dorpscentrum.
Ze blijken er leuke shirts (voor Loes) en
heerlijke ijsjes in 32 smaken te hebben(vooral voor Léon, maar Loes doet
mee). De diverse winkeltjes doen erg gezellig aan en het is dus echt een
genot om hier rond te dwalen.
Hééééle lange -goudkleurige-limousines hebben ze er ook: daarmee
arriveert een bruidspaar bij het kerkje. Bovendien is er een outdoorshop,
waar ze voor weinig geld erg mooie campingstoelen hebben ($ 59), maar dat
neemt dan weer zo lastig mee de komende dagen ;-(( Dat lukt wel met de
kampeer-toilettas voor Léon: die van hem is aan zijn laatste dagen toe en
deze is ruim, heeft veel vakken en kun je nog ophangen ook. Met een nieuwe
tube anti-mosquitozalf erbij (volgens de verkoper zul je ze op je arm zie
landen en meteen weer wegvliegen ;-)) zijn wij op de dingen die komen gaan
voorbereid.
We drinken nog wat bij het
beginpunt van de tram en bellen dan de jarige -net zijn bed uit- om
hem te feliciteren. De tram brengt ons weer terug naar het stadscentrum, waar
een grote show aan de gang is rond de Kerstman.
Een echt familiegebeuren,
georganiseerd door de stad Adelaide, want op de grasvelden zitten tientallen
ouders met picknick-kleden, terwijl hun kinderen worden vermaakt bij een
groot podium. We lopen nog weer een stukje door naar de rundle Mall, maar
inmiddels zijn alle winkels dicht en is er niet veel meer aan. We gaan eten
bij The Woolshed, een Australische tent waar ze in steaks zijn
gespecialiseerd en western-muziek draaien. Als we 's avonds thuis zijn,
blijkt de kerst-show van die middag te worden afgesloten met een bescheiden vuurwerk. We
horen er wel wat van, maar zien er helaas weinig van. |
GHAN-treinreis
zondag
4 december

De overbekende vuurtoren van de haven van Adelaide.
De treinreis van Adelaide naar Darwin
overbrugt een afstand van 2979 kilometer.

De zonsondergang laat
zich mooi vastleggen.
|
De ochtend-uren
zijn nog vrij om enkele hoogtepunten van Adelaide langs te gaan. Om alvast
in de stemming te komen, gaan we naar de haven: Port Adelaide, waar zich
het Port Dock Station Railway Museum bevindt, een museum over treinen en
treinreizen. Helaas: de busreis er naar toe valt erg tegen, omdat
blijkbaar één van de bussen uit de dienstregeling op de zondag niet gaat. Er
is dus nog maar erg weinig tijd over. We zien uiteraard wel de beroemde
vuurtoren en lopen langs de haven; gaan ook nog even de vlooienhal in, maar
ook dat is meer nieuw spul dan gezellig rommelig tweedehands. Bij een van de
plaatselijke eettentjes nemen we een bescheiden lunch, ons intussen
verwonderend over een kennelijk Australisch 'volksgezin' dat lekker
onverschillig, luid boerend van de maaltijd zit te 'genieten' (hoewel ons
het genot af en toe ontgaat). De bus terug doet ook al een heel andere
route, maar gelukkig zijn we weer op tijd terug in Adelaide.
We gaan terug naar het hotel,
pakken alle spullen bij elkaar die bij de receptie klaar staan en dan gaan
we per taxi naar
het Railway Terrace, Kesswick,
in het zuidwesten van de stad. Van daaruit vertrekt de Ghan, die ons in
negentien uur naar Alice Springs zal brengen.
Het
inchecken van de bagage gaat lekker snel en vervolgens wachten we op het
sein dat we aan boord mogen.
Onze gereserveerde Red Kangaroo Daynighter seats bevinden zich in wagon R
met als stoelnummers 3 & 4. Die zitten dus flink achteraan
in de trein en dan hebben we het over méééters lengte. Gelukkig hoeven we nu
niet meer met koffers te sjouwen: we hebben slechts 'dagbagage' bij ons en
de instapkaarten. Een vriendelijke stewart bevestigt dat dit het juiste
rijtuig is.
We zitten vooraan
in de coupé, dus we hebben ook extra beenruimte bij onze zitplaatsen. Nadeel
is wel dat we vlakbij het toilet zitten, maar ja: ieder voordeel heeft zijn
nadeel, nietwaar?

Keurig op tijd zet de trein zich in beweging. Al snel
merken we dat schuin achter ons twee Nederlandse dames zitten. Vooral
met een ervan, Ank Jorum, maken we weldra uitgebreid kennis. Ze blijkt
in haar eentje door Australië rond te reizen en dat is -zo in haar
uppie- af en toe best moeilijk. Ze slaat zich er geweldig doorheen en
ontmoet familie en vrienden her en der in dit onmetelijke land.
Intussen is rijtuigmanager Larry binnen gekomen en die
gaat -terwijl we met een gangetje van dertig kilometer per uur Adelaide
uitsjokken- de benodigde reisinformatie geven. Wij krijgen er zelf nog en
extra taak bij: omdat we zo dicht bij het toilet zitten, worden we geacht
'vastlopers' te bevrijden die het schuifje niet meer open krijgen en in
arren moede besluiten het alarmknopje in te drukken.
We gaan erg
gezellig met Ank dineren in de restauratiewagon, blijven daarna nog zitten
kletsen in de lounge en zien daar om half negen de zon onder gaan.
Bij
terugkomst in onze eigen wagon 'vallen' we in het laatste deel van de Polar
Express, natuurlijk een voor deze omstandigheden zeer toepasselijke film.
Een uur later krijgen we de melding dat we de grens van het Northern
Territory passeren. Daar kennen ze weer géén zomertijd, dus duurt de reis
plots weer een uur langer. Ook Morpheus komt dus nog even niet langs, hoewel
de barman vindt dat hij juist wel weer op de ''oude tijd'' mag sluiten. Nog
geen kwartier later komt de treinmanager vertellen dat over vijf minuten het
licht uit gaat. Om te bewijzen dat hij gelijk heeft, valt het grote licht
nog tijdens zijn verhaal uit en moeten we het doen met de 'nachtstand'.
We schudden wat
en dommelen wat en dan gaan we in de remmen: we stoppen om 21.45u volgens
dienstregeling om passagiers te laten in- en uitstappen in Port Auguste. Dan
begint een lange nacht, maar om kwart voor drie ben ik klaar wakker. De
andere reisgenoten hebben blijkbaar geen zin mijn voorbeeld te volgen, dus
wandel ik in mijn eentje naar de lounge -waar ook al geen volk zit- om een
krantje te lezen. Die zijn hier nogal dik, dus voorlopig ben ik zoet.
Daarna gelukkig toch weer een poosje geslapen, tot de zon even over vijf de
horizon langzaam rood kleurt. |
Alice
Springs
maandag
5 november
Het wordt steeds
duidelijker als je naar buiten kijkt: we komen in het Red Centre van
Australië.
Heavitree Gap Resort
ligt inderdaad al in de outback. Voor wie dichter bij het centrum wil
zitten: kies een adres in Alice zelf.
|
Zo
tegen de klok van acht
is het tijd voor het ontbijt en daarvan genieten we met z'n vieren. De
daaropvolgende uren spenderen we aan lezen, wat naar buiten kijken en
proberen om Ank te laten zien dat hier ook af en toe dieren -meest koeien-
hun dorst komen lessen in wat poeltjes. Er worden foto's geschoten van de
omgeving -voor zover dat vanuit een rijdende trein gaat- en we slaan ook
voor onszelf alle indrukken op van dit haast eindeloos lijkende land.
Als je uit het
raam kijkt, valt het opdat het landschap zo afwisselend en begroeid is. Geen
woestijn dus zoals we kennen uit Egypte, maar met rood zand, maar een
variatie aan struiken en bomen met af en toe kalere rode stukken. Hier een
daar is het landschap gelardeerd met auto's die de moed hebben opgegeven
ooit nog het einddoel te bereiken. Tussendoor komt de machinist nog even 'in
beeld' als hij via de intercom netjes waarschuwt dat de Iron Man er zo aan
komt. Dat is een kunstwerk ter nagedachtenis aan allen die aan het spoor
hebben gewerkt om Adelaide te verbinden met Alice Springs: toch een afstand
van 1900 kilometer. We verwachten iets groots -passend bij een groots werk-
maar dat valt tegen en dus zijn we er voorbij eer we er erg in hebben.
We
zullen volgens de dienstregeling om 11.55u aankomen in Alice Springs.
Deze stad
heeft zijn bestaan te danken aan de Overland Telegraph die rond 1870
Australië met de rest van de wereld verbond. Dankzij een kleine bron en een
waterput die op ongeveer drie kilometer buiten de stad ligt, werd dit gebied
een belangrijk tussenstation. Alice is de vrouw van de inspecteur-generaal
van het telegraafwezen, Charles Todd. Naar hem is de rivier vernoemd die nu
droog ligt en door een kant van de stad loopt.
In Alice is voor ons een kamer gereserveerd in het Heavitree Gap Outback Resort op Palm Circuit. De
makkelijkste manier om er te komen is met de shuttlebus. Nou ja,
makkelijk,.. er zijn nog meer mensen die allemaal graag naar hun tijdelijke
onderkomen willen en er gaan veel toeristen in één bus. Dat wil zeggen dat
we ongeveer een half uur rijden, steeds verder van het centrum vandaan komen
en dan inderdaad als laatsten bij het hotel zijn. Helaas: verkeerde keuze
(hoewel de kamer op zich goed is) te ver van de stad zelf.
 |