terug naar de basispagina van de Heppiebuzz                                                 naar andere reisverslagen- nog niet met de camper

    Meer weten? Stuur een e-mail !
 vanuit Houten naar Frankrijk  verslag eesrte deel week 2  verslag eerste deel week 3  
 vervolg week 4  verslag eerste deel week 5  verslag eerste deel week 6  de laatste vakantiedagen

We hebben niet meer te mopperen op het weer; het is omgeslagen en we hebben al twee dagen volop zon

 

Pyreneeëncols en onthaasten

week 4:
30 mei t/m 5 juni 2008
Moustajon -
Pyreneeëncols - Estaing

 

Vrijdag 30 mei       gereden 85 km

We legen vandaag het traject af :
van
Moustajon via Luchon naar de Pyrenee
ëncols: Col de Peyresourde, de Col d'Aspin en de Espladet naar Bagneres-de-Bigorre.

 

 

Om tien over tien rijden we het campingterrein af en direct het parkeerterrein van de InterMarché op. Die grenzen namelijk aan elkaar en dat is prettig boodschappen doen ;-)). Diverse voorraad is opgegaan en moet nodig worden aangevuld en daarin slagen we hier uiteraard prima. Gelukkig hebben ze hier weer een paar aparte biertjes en ook de keus in regionale wijn is goed.

 

Na zo'n drie kwartier rijden we naar Luchon: dat hadden we gisteren nog niet bekeken, dus daar lopen we een poosje rond. Niet echt een stadje om warm voor te lopen, maar we kunnen wel een paar leuke foto's maken van mannen die de stoeltjeslift repareren en via een katrol aan de kabel naar beneden suizen.

Net buiten Luchon begint de D68 naar de eerst Col voor vandaag: de Peyresourde. Een machtig mooie rit, door kleine gehuchten als St. Avertin, Billière en Garin. Stuk voor stuk leuk om te zien, maar voor je goed en wel kijkt, ben je er al weer doorheen. Natuurlijk zijn we inmiddels al driftig aan het stijgen, want we moeten naar 1569 meter. Al je weer een haarspeldbocht door bent, zie je -in dit geval links van je- alweer de volgende witte wegmarkeringspalen steil naast je omhoog lopen: daar moeten we dus ook heen. Het stadje Luchon en de dorpjes waar we net doorheen reden, worden kleiner en kleiner als je naar de andere kant kijkt. Wederom dus en heel mooie tocht.

Vanzelfsprekend stoppen we, samen met twee Duitse motorrijders, op de top om van het uizicht te genieten. Dan begint de afdaling: rustig aan zoveel mogelijk in z'n twee, om de derde versnelling te sparen. Zo stevenen we af op het dorp Arreau. Loes herinnert zich dat Co & Tiny hier ook door moeten zijn gegaan; sterker nog: als we het sms-je nog even opzoeken blijkt dat ze vanaf een camping net onder dit dorp vanmorgen in de richting Spanje zijn vertrokken. Die hebben we dus op een uurtje na gemist. Jammer, maar helaas. Het is overigens een heel mooi dorp en we stoppen er twee keer om wat plaatjes te schieten.

Het volgende traject leidt weer bergopwaarts, deze keer naar de Col d'Aspin. Die steekt 1489 meter boven de zeespiegel uit -maar we hoeven niet helemaal op nul te beginnen- en er is maar een manier om via de weg die hoogte te bereiken: met haarspeld-bochten.

Col d'Aspin

Rondom ons staan weer koeien en flink wat kalfjes. Maar wij hebben eerst meer aandacht voor de vergezichten. Schitterend mooi. We hadden onderweg al weer meer bewondering gekregen voor die jongens die jaarlijks deze toppen fietsend bedwingen, maar als je nu naar beneden kijkt en ziet hoe de weg zich slingerend tegen de hellingen kronkelt, dan is het echt: Chapeau!

.

Driftig draaien we ons Rad van Avontuur steeds in de juiste stand -ik ben erg gelukkig met de knop op het stuurwiel- en zo bereiken we, met steeds adembenemend mooie doorkijkjes, de top. Daar staat en heel koppel aan campers, motorrijders en ook twee fietsers. Die hebben minder geluk: bij een van hen ligt het wiel eruit en dat is hij opnieuw aan het spaken. Twee andere collega's komen boven, spreken een kort bemoedigend woord, trekken hun lichte windjack aan en storten zich dan via dezelfde weg terug van de berg af het dal in.

Even later komt er een kudde geitjes aangewandeld: duidelijk een bok met een aantal dames en nageslacht. Toeristen: ja, die hebben meestal wel een baguette bij zich! Dat klopt. Nadat wij vanmorgen de vogeltjes wat oud stokbrood hadden gegeven, was er nog een aardige homp over. De geitjes zijn er blij mee en het kost moeite te voorkomen dat ze de poten tegen je opzetten. Op zich niet zo'n probleem, maar de camera bungelt nog om de nek. Ze zijn meteen niet meer weg te slaan (dat doe ik dus ook maar niet ;-))

Loes legt alles vast met de filmcamera en dan wordt mijn 'taak' overgenomen door een andere toerist, wiens vrouw ook al met het toestel in de aanslag staat. Het halve stokbroodje gaat er rap door, maar smaakt naar meer. Dat vindt ook die ene geit die op de picknickplek van het stel nog zo'n halve baguette heeft ontwaard. Net te laat heeft de toerist dat door en hij moet alle zeilen bijzetten het broodje uit de geitenbek te redden. Inmiddels heeft ook een van de koeien door dat er hier gratis bedeling is, dus ook die hapt heerlijk mee. Juist als er nog een paar komen, begint het flink te regenen en zie je iedereen de auto's en campers invluchten. De koeien verklaren zich solidair en steken alle konten een kant uit.

Wij maken onze lunch af en gaan dan eveneens richting het dal,  naar Ste Marie-de-Campan. Daar staat een bordje dat je er kaas rechtstreeks van de boerderij kunt kopen, maar ondanks ons bellen bij het 'winkeltje' is er geen leven te bespeuren. Een volgende keer beter.
In het even verderop gelegen dorpje Campan stoppen we nog even: het ligt er, langs het riviertje- leuk bij.

We volgen nog steeds de D935 via Rimoula, Galade, St. Roch en Campan naar Beaudéan, voor vandaag het laatste stukje van de Route des Cols.

We zij nu weer helemaal in het dal en daar ligt Bagnères-de Bigorre, een thermenstadje waar ze een supermodern complex hebben. Met zwembad, stoombaden, en sauna (maar wel badkleding verplicht). Omdat we toch door het centrum komen, halen we even een stadsplattegrond.

We melden ons al om half vier op camping Le Monloo, 1 km vóór het stadje. Het is er rustig, dus een plek is snel gevonden, al moeten we ook hier letten op de conditie van de grond: door de vele regen is het goed zoeken naar een geschikte plaats..

We beginnen echter met het noodzakelijke: "het lozen van het afvalwater". Niet altijd gaat dat even makkelijk, omdat de put niet in alle gevallen op de meest geschikte plek ligt, maar op deze camping is dat goed geregeld.

Vandaag geniet ik van een 'bière Tradition d'Alsace' (blonde), en die zal wel speciaal voor Super-U zijn gebrouwen, want veel meer aanduiding staat er niet op het etiket, behalve dan: Les Saveurs (voor de kenners onder ons: een Kenner. Op de dop staat eveneens Les Saveurs met daaronder de U van Super-U. Pur Malt 6,1 %. Er zit zelfs geen rug-etiket op, dus geen nadere info over de brouwerij.

De lucht trekt weer wat dicht en het spettert, maar dan komt al snel de zon nog anderhalf uur terug. Stoel naar buiten en in de ruststand. Of het de vermoeidheid van de dag is, of toch het bier, ik trek me even terug achter de luiken.

Loes treft zoals gewoonlijk voorbereidingen voor het avondmaal. Uiteraard wordt dat ook vandaag weer bereid met de Cadac. Dat werkt prima: gasfles aansluiten, aansteken en -met als extra bescherming het anti-aanbakfolie- de ingrediënten erop en dan maar zorgen dat alles lekker gaart. We doen niet formeel: in plaats van eten aan tafel mag het op de camping ook met bordje-op-schoot.

Zaterdag 31mei       gereden 54 km

Het af te leggen traject voert vandaag van:
van Bagn
ères-deBigorre naar
Estaing

klik voor vergroting

 

We sluiten de meimaand af met een mooie rit, heel toepasselijk in de richting van Lourdes. Daar gaan we nog even niet naar toe, maar moeten die route wel volgen om bij het zuidelijk daarvan gelegen Estaing te komen.

Een alternatieve route zou via de Col de Tourmalet zijn en dan een schitterend stukje Gorge de Luz, maar dat durf ik met deze versnellingsbak niet aan. Bovendien zegt de Michelin dat het stuk direct na de Col gevaarlijk  en moeilijk is, dus dat risico gaan we niet nemen.

Ook onderweg is nog goed te zien dat het de laatste dagen stevig heeft geregend. Zoals hier, waar het water in een doorgaans rustig beekje stevig kolkt. Levert in ieder geval mooie plaatjes op.

Allereerst gaan we naar het centrum van Bagnère: het blijkt vandaag marktdag te zijn en dat voegt natuurlijk meteen wat extra activiteit toe aan het stadse leven. Er is een leuk centrum, waarbij we moeten opletten op inpandige balkons. Dat valt nog niet mee: alles wat we zien is uitgebouwd en dat type kenen we natuurlijk wel.

Bij een van de marktkramen schaffen we een cassettebandje aan -ja, dat kennen ze hier nog- van een plaatselijk mannenkoor. Erg benieuwd wat dat is: het zijn de Montagnards van Tarbes. We wandelen verder door het pittoreske centrum en schieten weer heel wat plaatjes. De markthallen hier stammen nog uit 1930 en zij n in de oorspronkelijke staat behouden. Het ziet er heel leuk uit en binnen is het een en al bedrijvigheid. Groenten, fruit, kaas, wijn, zuivel... je noemt het maar: hier kun je het kopen. Loes wordt vandaag klant bij en van de kaasboertjes en schaft een geitenkaasje aan, een .. en een..

 

 

Er vlak naast zit een wat oudere vrouw met eieren en aronskelken -die combinatie zouden we zelf nooit hebben bedacht- en Loes hanteert de video als ik bij haar zes eieren koop. Ze is helemaal gelukkig en vertelt me dat ik de eieren net zo kan eten als ik zelf graag wil: gebakken of gekookt, het kan allemaal.

We lopen weer terug over de markt en ontmoeten dar een aanstaande bruid, die kennelijk haar vrijgezellenfeestje heeft. Ze is uitgedost als vogeltje en komt me vragen of ik een toffee van haar wil kopen. Natuurlijk wel. Als dank voeren de dames de vogeltjesdans op.

 

Bij de plaatselijke bakker scoren we een 'gedraaid brood met vier punten'. Geen idee hoe het heet, maar later zal blijken dat het goed smaakt. We besluiten de rondgang me een kop koffie bij Zanzibar, en lekker authentiek Frans café. 

We moeten nu eerst richting Lourdes rijden en dan zakken we af  in zuidelijke richting naar Argeles-Gazost. Vanaf daar volgen we een klein stukje D 918 en dan gaan we fel zuidwaarts via een nog kleinere weg (D 103) naar het Lac d'Estaing. De weg wordt steeds smaller -je zult hier maar een brede caravan of camper als tegenligger op je pad vinden- en we moeten ook nog een eenstrooksbruggetje over. Net als we beginnen te denken: het is hier van God en alleman verlaten, zien we rechts de camping. Verderop de weg zien we een drukte van belang... later zal blijken dat dit een grote schaapskudde is met daarachter toeristen, die de beesten als traditie voor het eerst weer begeleiden naar hun malse bergweide na de winterrust.

Dit is in één woord een geweldige -viersterren- camping. Op de eerste plaats al de ontvangst: heel persoonlijk -iedereen stelt zich meteen voor- je wordt rondgeleid en samen met de dienstdoende receptie-medewerker -het is één grote familie- ga je een plekje uitzoeken. Die zijn ruim, hoewel er weinig haag-afscheidingen tussen staan. Wel is er een grote hoeveelheid struiken, die het geheel gezellig groen aanzien geven.
De camperplekken zijn prima aangelegd: de camper zelf blijft op het asfalt staan, ernaast heb je een grasstrook om te zitten. Overigens valt het op dat er totaal maar vier camperplekken zijn op een totale capaciteit van zo'n honderd plaatsen.

Het is een camping van de groep Les Castels en we horen 's avonds van andere gasten dat dat onder meer garant staat voor kwaliteit.

De sanitaire voorzieningen blijken echt eerste klas: alle kranen met regelbare temperatuur, een apart babybad, een wastafel voor de kinderen op aangepaste hoogte en alle douches met volledig regel- en verstelbare douchekoppen en kranen. De camping is genomineerd voor ''Camping van 2008'' en wij zullen er zeker onze stem op uitbrengen. We hebben ons voor de barbecue aangemeld: die begint rond zeven uur, als iedereen terug is van het boven brengen van de schaapskudde.

Alle gasten verzamelen zich in het hoofdgebouw: dat bestaat uit twee verdiepingen en zowel beneden als boven zit het flink vol. Omdat de boven-etage als een soort vide is gebouwd, heb je weliswaar niet direct zicht op het zangduo, maar je hoort ze wel.

Een geweldig leuke avond met heel veel sfeer. Het zangduo dat ze hebben ingehuurd heeft werkelijk stemmen die klinken als een klok. ze weten de zaal onder de indruk te krijgen van hun tweestemmig gezongen liederen, maar krijgen alle gasten ook  mee met diverse internationaal welbekende nummers. Ik doe zelf nog een poging Cowboy Jimmy ten tonele te voeren, maar een aanwezige Engelsman die vooral zichzelf graag hoort, helpt deze poging om zeep door een standaard-Engelse tekst te lallen.

Na de barbeque zitten we in de buzz nog gezellig wat na te praten en te genieten en dan is het al snel weer tijd het bedje op te bouwen.

Zondag 1 juni           gereden: 44 km

gewandeld 2 uur;
gestegen: 300 meter. 

 

We zijn niet vroeg op vandaag: om kwart over negen pas gaat de schuifdeur weer open en komen we tevoorschijn. Onze buren starten dan net de camper, om -zoals later blijkt- zo'n zelfde wandeling te gaan maken als wij.

Tegen twaalven gaan we richting Arrens, waar we de weg volgen naar de Barrage de Tech. Op een aantal plekken een weg die behoorlijk smal is. Er zijn gelukkig niet veel tegenliggers, maar zodra je er een tegenkomt, is het passen en meten.

We rijden eerst, zo is ook het 'camping-advies', het meer voorbij, maar we zien het huis van het meer, waar je ook kunt parkeren, niet en gaan dan toch terug om de buzz bij het meer te zetten.

Daar nemen we eerst een broodje, trekken de bergschoenen aan en gaan dan even voor half drie op stap.  Een ander stel van onze camping is er ook en had wat moeite het juiste begin van het pad te vinden. Dat laten we hen nog even op de kaart zien en zij lopen dan iets voor ons uit. We hebben gekozen voor een route die eerst in de richting van het meer van Poulyen gaat, maar bij de splitsing houden wij rechts aan. We willen dan zo een rondje maken, met als laatste stuk het pad waar veel marmotten moeten zitten.

 

 

 

 

 

Hoewel dat tweede pad staat aangekondigd als 'wandeling niveau 1', gaat dit eerste stuk zeker door voor een 'niveau 2'. Gelukkig zijn we wel wat gewend en doet ons dit sterk denken aan de trekking in Nepal. We hebben vele mooie doorkijkjes, onder andere ook op het meer. Stukje bij beetje gaan we omhoog; als we later op de kaart kijken hoeveel, dan blijkt het toch 302 meter te zijn!

 

 

 

Na een half uur hebben we de splitsing bereikt. We schatten in dat we dan zo rond half vier bij de aansluiting op de route terug zullen zijn. Het stel voor ons loopt ook nog steeds door: we vangen heel even een glimp van hen op als we op een grote open vlakte zijn. Overigens: hoe we ook speuren, we kunnen nog geen marmot ontdekken, hoewel we wel steeds het fluitende geluid horen dat ze produceren.

Plotseling houden de blauwe stippen op, die we steeds als padmarkering hebben gezien. We twijfelen, maar lopen toch nog een stukje door. Na een smal sterk bebladerd paadje komen we weer op een open vlakte en daar zien we het andere stel ons tegemoet lopen. Ook zij waren de blauwe stippen kwijt, hebben hier rondgekeken of ze een aansluiting naar het tweede pad konden vinden, maar en vrij brede bergstroom belemmert dat. Ze gaan dus maar dezelfde weg terug.

 

 

 

Wij blijven hier nog even rondkijken, maken een foto van de -helaas vuile- sneeuw die hier ligt en van de gentianen, de helleborussen, de euphorbia en de akelei die hier in het wild groeien. Ook enkele groepjes paddenstoelen worden vereeuwigd. Dan keren ook wij op onze schreden terug. Dat gaat uiteraard veel sneller dan naar boven: nu hebben we twintig minuten nodig tot de splitsing en maar een kwartiertje tot het meer, waarvoor we heen ruim een uur kwijt waren. Maar ja: we hoeven dan ook geen foto's meer te maken en ook dat spaart tijd.

Gelukkig staat de Heppiebuzz nog trouw te wachten. Niet dat we bang zijn dat hij in zijn eentje op avontuur is gegaan, maar we hoorden vanmorgen nog een verhaal over een van onze neven, die in Spanje door en ploegje 'gas-spuiters' zou zijn overvallen en van dure spullen uit de camper is beroofd.

Wij kiezen ook naar de camping voor dezelfde route: er is wel een kortere, maar die heeft nogal wat bochtenwerk en er wordt gewaar-schuwd voor slipgevaar. Vooral omdat we letterlijk de bui al zien hangen -pikzwart boven het meer- kiezen we ook nu voor veilig. Bij terugkomst blijkt -on-danks de nu toch echt vallende regen- de was aan het rek op de camping aardig gedroogd. Voor het erger wordt, kunnen we alles redelijk droog binnenhalen.

De rest van de avond vermaken we ons met de gebruikelijke activiteiten, maar moeten bij het bezoek aan het sanitairgebouw wel door de plassen ploeteren.

Maandag 2 juni             campingdag

Het begint veelbelovend: de zon komt door en we kunnen zo rond negen uur buiten ontbijten.
We worden zelfs overmoedig: de korte broek gaat aan, de rugleuning achterover en dan zitten we wel vijf hele minuten in de zon. Dan schuiven er steeds meer wolken voor.

We doen even later nog een nieuwe poging, maar het lijkt definitief afgelopen. terwijl toch ook de campingbeheerder ons had gezegd dat we zeker wel kunnen wandelen vandaag, maar dat er vanmiddag regen komt.

Dat laatste heeft ze -zo blijkt- helemaal bij het rechte eind. alleen komt het allemaal wat eerder. Af en toe lijken er periodes bij te zitten waarin het wat minder heftig is, maar de hoeveelheid regen neemt toe naarmate ook de dag vordert. Even de camping oplopen, bijvoorbeeld om de was uit de droger te halen -op het rek lukt natuurlijk sowieso niet- vraagt wel om parapludekking.

Het is wel weer goed voor het verslag: dat kan flink worden bijgewerkt en de foto's kunnen op het juiste formaat worden overgezet en ingevoegd. Vandaag dus maar andersom: eerst het verslag typen en dat ook op de usb-stick bewaren en dan aan het eind van de middag als mail versturen.

We weten nog niet helemaal wat we morgen gaan doen: eigenlijk willen we met 'Le petit train' -het hoogste treintje van Europa- naar 2000 meter. Daar ligt een groot stuwmeer van Artouste. Je vertrekt met de kabelbaan vanuit Fabrèges -maar dat is zo'n 80 kilometer hier vandaan- en daarmee stijg je van 1250 naar 1900 meter. Dat is fors, dus! Daarna vertrekt het treintje -elk uur- en neemt je in drie kwartier mee naar 2000 meter. Om je heen zie je de marmotten (zeggen ze) en boven je vliegen de gieren (zolang die het niet op ons hebben gemunt, gaat dat goed). Het lijkt ons nogal gedoe om vervolgens die 80 km weer terug te rijden naar Estaing, dus waarschijnlijk kiezen we ervoor een camping daar in de buurt te zoeken. We kunnen dan de volgende dag doorrijden naar Lourdes (daar gaan we nu toch echt voor het mooiere weer bidden ;-))

Nadat ik dit heb getypt en de kaart er nog eens heb bij gepakt, doemt het volgende probleem op: er is eigenlijk maar een manier om bij het startpunt van het treintje te komen; via de Col d'Aubisque. Maar die is nu juist door de hevige regenval en de laaghangende bewolking al drie dagen gesloten. Met al het water van vandaag erbij, is de kans dat die morgen wel open is, zo goed als nihil. Helaas: we gaan een alternatief plan bedenken.

Voorlopig ga ik maar naar de receptie om even te internetten. Na een half uurtje is alle privé- en zakelijke post gelezen en het al opgestelde mailtje naar de thuisblijvers verzonden.

 

Het is nog niet echt droog, maar de regen is nu overgegaan in spetterende nattigheid. Hopelijk wordt het vandaag dan toch ook nog een keer droog. Bijkomend voordeel is wel: we hebben nu minder last van de vliegen.

 

vervolg week 4