La ruta Maya Naar het begin van onze reis       
      

       Aguas Azul - San Christobal - Huehuetenango        voor het laatst bijgewerkt op:  17-04-2024

 

dag 16

vrijdag 26-12

via de watervallen naar San Christobal

Op weg naar de waterval: Aguas Azul

Vandaag gaan we naar een ''echte'' waterval: die van gisteren was natuurlijk maar een kleintje, vergeleken bij deze Aguas Azul.  De eerste die we aandoen is Misol Ha: een prachtige route door bergen brengt ons er naar toe. Bij aankomst slaakt onze reisleider een uitroep van verbazing: er blijken nu twee watervallen naast elkaar te zijn, terwijl er normaal maar één is. Foto´s genomen en een aantal dapperen uit de groep loopt achter de waterval langs naar de grot.

De stop hier duurt niet zo heel lang -hoewel we best wel even genieten van dit natuurgeweld- want er schijnt een nòg mooiere waterval te zijn: die van Agua Azul.

Iedereen gaat hier uit de kleren

We kunnen er met de bus vrij dichtbij komen en we gaan meteen -dat is hier zo te zien gewoonte- uit de kleren. We lopen aan de voet van de waterval het water in en genieten volop. Wie dat wil kan op de kant lekker liggen zonnen.
De waterval komt in zo'n vijf, zes trappen breed naar beneden. Een prachtig en best indrukwekkend gezicht.

Per bus verder naar San Christobal

Na wat waterspatteren besluiten we naar het ''begin'' van de val te gaan: er voert een pad omhoog en van daaruit heb je een prachtig uitzicht op het water dat soms met donderend geraas naar beneden stort. Heel in de verte zien we de zwemmers, waar wij ook kort daarvoor nog stonden.

Aan het begin van de middag gaan we de bus weer in, voor het laatste stuk van vandaag: naar San Christobal. Mooi hotel, leuke stad, druk. ´s Avonds gegeten bij De Vette Kat.
 

De prachtige klerk van San Christobal de las Casas

San Cristóbal de las Casas werd in 1528 gesticht door Diego de Mazariegos heette oorspronkelijk Villa Real de Chiapa, maar werd later omgedoopt tot San Cristóbal. De toevoeging 'de las Casas' is een hommage aan de grote indianenbeschermer Bartolomé de las Casas, die hier in 1545 tot Bisschop van Chiapas werd gewijd. Na een roemrijke koloniale tijd sloot San Cristóbal zich in 1824 aan bij het onafhankelijk geworden Mexico en werd hoofdstad van de deelstaat Chiapas. In 1892 nam Tuxtla Gutiérrez deze functie echter over van San Cristóbal. Naast veel kerken, zoals bijvoorbeeld de 16 e eeuwse Santo Domingo, is het Na Bolom (huis van de Jaguar) van de Deen Frans Blom en zijn Zwitserse vrouw Gertrude Duby een noemenswaardig huis. 'Trudy' heeft zich haar leven lang ingezet voor de Lacadone-Maya's, Na Bolom was een gratis gastenverblijf voor deze indianen als zij zich tijdelijk in San Cristóbal ophielden. Tegenwoordig is het huis een museum waar het werk van Trudy en in mindere mate de opgravingswerkzaamheden van Frans centraal staan.

dag 17 / 18

zaterdag 27-12
zondag 28-12

twee dagen in
en rond San Christobal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sightseeing door San Christobal

 

De dag begint -na de gebruikelijke start- met een sightseeing door de stad, deels lopend, deels met een toeristentram op autowielen. Die kart het hele centrum door en onderweg krijg je via een bandje in diverse talen -gelukkig niet alleen Spaans!- uitleg over wat je ziet. Een heerlijk ontspannen manier om een goede indruk te krijgen van wat Christobal zoal te bieden heeft.

Met een oud uitziende bus kun je door de stad toeren

De 'heuvelkerk': de Iglesia Santo Domingo
De 'heuvelkerk' is de Iglesia Santo Domingo en het kost de gelovigen elke zondag -en natuurlijk ook andere dagen- veel kracht om boven te komen. Ze zullen vast vaak de kreet ''Heer sta me bij'' slaken ;-))

Zowel boven de trappen als op het kerkplein is er versiering aangebracht en ook bij de kerk zelf wordt het nodige in gereedheid gebracht voor een of ander feest. Bovendien: in de toeristenbus komen we ook al achter een processie terecht. Het geloof speelt hier immers nog een zeer belangrijke rol.

Aan het begin van de straat van ons hotel blijkt een heel aardige, hooggelegen kerk te zijn: daar willen we na afloop van de rit in ieder geval een bezoekje aan gaan brengen.

Onderweg zien we nog veel meer kerken, de markt, kunstnijverheid, muziek gehoord, lekker sfeertje. Heerlijk genoten dus, op een ontspannen manier langs de hoogtepunten.

Op weg naar de Plaza de Mayo

We slenteren zelf nog wat rond, vooral op het centrale plein: de Plaza 31 de Mayo. Er zijn veel artiesten te vinden, zowel op de dag als 's avonds, en het is een heel gezellig sfeertje. Er staan voldoende bankjes om er ruimschoots van te kunnen genieten.

We vinden een leuke tent om te eten -en worden intussen op live-muziek vergast- en maken kennis met een heerlijke bonensaus. Die is zeker voor herhaling vatbaar: de komende dagen zullen we die wel vaker bestellen.

Het is weer excursietijd: vandaag -zondag- bezoeken we twee indianendorpen, onder leiding van een heel goede gids. We gaan eerst met een pick-up naar San Juan Chamula. Je mag daar geeHet kerkhof is een bijzondere plekn rituelen of mensen op de foto vastleggen: dat kost je je camera of -als ze een goeie bui hebben- minstens je rolletje. De geestelijk leiders nemen vandaag afscheid van hun ´regeerperiode voor een jaar´ en lopen in processie met vuurwerk door het dorp. De nieuwe leiders houden hun eigen processie, juist bedoeld om hun periode aan te vangen. Op 1 januari dragen ze de taken over.

De versiering bij de graven is blauw-witReisleider Rob is hier zo'n beetje 'kind aan huis', dus worden we uitgenodigd bij een geestelijk leider in huis. Zo'n woning is te herkennen aan de boog van planten voor de ingang. Zijn vrouw was juist met het ochtendgebed bezig, dus het hutje stond vol rook. Op de grond gezeten en geluisterd naar alle uitleg. Er worden verschillende kleuren kaarsen aangestoken, waarbij de witte kaars symbool is voor de witte maïs. De tortilla's worden verbeeld door de rode kaars en de groene staan voor de bomen. De zwarte geven ook iets aan, maar dat hebben we helaas niet onthouden. De vier kaarsen worden in een vierkant-op-z'n-punt gezet, wat de windrichtingen verbeeld.

Gelukkig was het gebed en dus ook het wieroken na tien minuten afgelopen: toen klaarde de lucht wat op en konden wij weer wat normaler ademhalen.

 

De kerk van Zinacantán is imponerend

 

De kerk in geweest, ook bij het volgende dorp: Zinacantán. Een bescheiden dorp -2850 inwoners- maar wel het belangrijkste van de Zinvantan-gemeenschap (met in totaal toch 40.000 inwoners).

We bezoeken de Iglesia de San Lorenzo: de hoofdkerk van het dorp en in 1975 herbouwd na een brand. Dat zal wel met veel oud materiaal zijn gebeurd: je ziet er zeker geen nieuwigheid aan af. Hier mag niet worden gefotografeerd, dus moeten we alles in onze herinnering opslaan. Banken staan er niet: de kerkvloer is één grote lege vlakte. Maar: wel met hier en daar een groepje gelovigen of een eenling die komt offeren. Dat is echt een heel ceremonieel: ze nemen van huis van alles mee, tot en met levende kippen toe. Jawel: je raadt het: die worden ter plekke de nek omgedraaid. Veel offeraars brengen een soort priester mee: die zorgt voor het gebed en treedt ook op als ''godenverjager'': wij zouden zeggen: als duiveluitdrijver.

De marktplaats is fleurig en vol volk

Als we de kerk verlaten, komen we al snel op de centrale marktplaats. Alles ligt hier breed uitgestald, meestal op rijen kisten waar  de waren in zijn vervoerd. Daar gaat een zeil overheen en vervolgens wordt alles kunstig gestapeld. Daar tussen zitten -in de kleurrijke kleding die deze streek zo kenmerkt- de handelaren. Vrouwen meestal, met een hele kinderschare om zich heen. Af en toe ligt de verkoop even 'stil', dan krijgt een van de kinderen de borst.

Bij een van de kramen zoekt Loes een mooi stofje uit Even verderop bezoeken we een kleinschalig project, waar de dames kleurige kleden en stoffen aan de man (vrouw) proberen te brengen.

We kunnen hier ook bekijken hoe de stof wordt geweven: staand met het weefgetouw aan het middel gebonden.

 Natuurlijk is Loes een gewillig slachtoffer en we reizen dan ook -met een met mooie lap stof ;-)) -af naar San Christo.
We genieten van de Maya-show

De avond vullen we met een Maya voorstelling

We gaan wederom bij de Vette Kat eten, want we zijn erg gecharmeerd van de guacemole die ze hier serveren. De avond vullen we met een bezoek aan een Maya-voorstelling. Helaas is filmen en fotograferen verboden (het licht is ook minimaal), maar wat we zien is heel indrukwekkend.

We gaan vroeg onder de wol (het is hier op 2100 m hoogte ´s nachts koud) en dan morgen om zes uur vertrek naar het busstation. Daar krijgen we eerst nog even een 'gewone'' bus. En dan.. mogen we het eindelijk beleven: een echte chickenbus (jawel: vijf personen op een bankje van drie) om naar Huehuetenango te gaan.

dag 19

We gaan naar de grens van Mexico en Guatemala. Vervolgens met de chickenbus naar Huehuetenango

 

 

 

 

 

Met de chickenbus naar Huehuetenango

Wat een onderneming! We staan om kwart over vijf op en lopen om zes uur richting het plein. Daar staat een taxi, waar we alle bagage inproppen -Gaby rijdt als bewaakster mee- en wij gaan lopen naar de terminal. De bus is leeg: alleen wij met z'n elven zijn de passagiers. De grootste groep van negen loopt door naar achteren, Loes en ik blijven halverwege. Er komen nog twee toeristen bij en slechts zes locals: wat moet je tenslotte als Mexicaan in Guatemala? Met deze bus reizen we namelijk naar de grens tussen Mexico en Guatemala. Na ruim 2½ uur zijn we er. We moeten hier eerst onze betalingsbewijzen (tegen de somma van $ 205 overhandigen: alleen daarmee mag je het land uit.

 

de beroemde -of wellicht beruchte- chickenbusNa het gebruikelijke geld wisselen, wachten we braaf op het fenomeen ''chickenbus'' en jawel: we laden de koffers en tassen op het dak en zoeken zelf een plekje. Redelijk ruim nog, met twee op een bank. Maar dan begint het voller te lopen. Diverse stellen uit de groep moeten al inschikken. We gaan op weg en bij de volgende halte is het ook voor ons raak. De 'conducteur' ziet ons nog met z'n tweeën zitten en maant ons tot opschuiven. Er komt een smal mevrouwtje tussen ons in. Ze gaat wat vooraan op het bankje zitten en wij schuiven wat meer naar de rugleuning. Het gaat net. Ook het hele gangpad loopt vol. Bij de volgende halte blijkt dat er nog meer makke schapen in een hok gaan: er kunnen best nog wat passagiers mee. Als we zo eens rond kijken, hebben we het nog getroffen: diverse andere passagiers zijn breder van bouw en houden dus minder ruimte over. Een paar uur in zo'n krappe houding zorgt voor flink stijve spieren in de bovenbenen en een houten kont. We zijn dan ook blij dat ze op een gegeven moment toch haar eindhalte heeft bereikt en we -er zijn al heel wat passagiers uit- geen 'nieuwe bijzit' krijgen.
We komen aan in Huehuetenango en lopen het laatste stukje nar het hotel.
Dat is dus zo'n hotel waarvan je denkt: zelf zou ik het niet boeken, helaas...
verslag dag 20-22: Huehuetenango - Panajachel - Lago Atitlan - Chichicastenango