vrijdag 14 september: Jasper & Tramway                                                                                  gereden: 30 km

's Nachts begrijpen we helemaal waarom het hier The Whistlers heet: het lijkt net of er midden in de nacht iemand op zijn fluit blaast. Dat blijken echter de fluitende marmotten te zijn, die bovenop de berg leven.

Hoewel de wekker nog op zijn alarmtijd blijkt te staan (07.15u), hebben we beiden dus duidelijk de interne klok nog niet bijgesteld. We worden 'spontaan' om kwart voor acht wakker, en dat is dus kwart voor negen. Niet zo heel erg, want we gebruiken de ochtend om een bezoek te brengen aan het stadje Jasper.

We kunnen de auto op en flink par-keerterrein neer-zetten, speciaal ingericht voor RV's. Je zit dan al meteen in het centrum, dat vooral bestaat uit een hoofdstraat langs het spoor en een daarachter parallel lopende tweede winkelstraat.

Loes zet meteen ook de oude stoomlocomotief op video en krijgt opnieuw een melding dat ze de schoonmaakcassette moet gebruiken.

De panden doen hier erg gemoedelijk aan een zoals we in veel steden zien, wordt ook in Jasper rijk gestrooid met groen en bloemen. Meestal hangen er ook aan de lantaarnpalen bakken met violen, begonia's of petunia's.
We gaan eerst naar het informatiecentrum dat eveneens een vriendelijke uitstraling heeft. Het smalle voortuintje van het gebouw is groten-deels gevuld met leeuwenbekjes in een zonnige kleurschakering. We krijgen een paar brochures mee, een kaartje en info over bezienswaardigheden, activiteiten die plaatsvinden of die je zelf in de omgeving kunt ondernemen. Voor we daaraan toe zijn, lopen we eerst nog wat in het centrum rond.
Bovendien laten we ons informeren over een nieuwe videocamera, want voor de vierde keer heeft die van ons het laten afweten. Jasper lijkt hiervoor echter een te klein stadje: er is slechts een keus uit twee, waarvan er een al meteen door zijn te weinige mogelijkheden afvalt.

's Middags wordt het tijd voor een bezoek aan de berg Whistler: wie weet zien de de fluitende marmotten dan in het echie. Om de toeristen vast een zetje in de goede richting te geven, beschikt Jasper over de langste kabelbaan van Canada: de Jasper Tramway. De weg die langs de camping loopt, volg je eerst met de auto vier kilometer: dan ben je bij het dalstation op 1304 meter.

Een cabine -gelukkig gesloten- brengt je vervolgens met een snelheid van zes meter per seconde 973 meter omhoog. Vanaf dat punt kun je bij die 2277 meter nog de nodige meters stijgen: als je wilt naar 2401 meter. Je hebt dan de top bereikt!

Wij gaan dat natuurlijk ook ervaren, maar het blijkt wel een pittige klim. Het stijgingspercentage is flink. De grote beloning zijn natuurlijk alle vergezichten die je hier cadeau krijgt en die driftig met de camera worden vastgelegd.

Om bij het hoogste punt te komen, hebben we zo'n anderhalf uur nodig. Vanzelfsprekend is dat inclusief de tijd die we nemen om de foto's te maken.  

Deze foto -op de top van Mount Whistler- hebben we eind 2007 gebruikt om iedereen een topjaar in 2008 te wensen.

Je hebt hier een mooie schijf staan, waarop de namen van alle bergen die je ziet, staan aangegeven. Vanzelfsprekend kijken we goed of we Mount Robson kunnen zien. Jawel hoor, helemaal wolkenloos!

Uiteraard zorgen we ervoor tijdig terug te zijn bij het bergstation: hoewel het niet koud is -zelfs aangenaam warm met om 15.00u volgens de meting 11º- moeten we er niet aan denken dat je hier de nacht moet doorbrengen en pas weer om tien uur  's morgens met de eerste cabine omlaag kunt.

[photogallery/photo00029358/real.htm]

 

We hebben vandaag dus het voordeel van een besproken plaats, ook al is dat dan zonder elektra. Bij aankomst op de camping mogen we rechts langs de rij wachtenden en kunnen we naar onze site: deze keer in het E-vak, nog iets verder naar achteren.

  van Jasper naar Lake Louise over de Icefields Parkway

laatst bijgewerkt: 07-08-2019

naar overzicht reispagina's

terug naar de eerste week: Vancouver Island    we zijn nog onderweg... even geduld aub  naar de eerste wek Toronto  begin tweede week Toronto: Pioneer Village  we zijn nog onderweg... even geduld aub

week 1                                       

week 2 > dag 1: ferry Nanaimo - Horsheshoe Bay en door naar Whistler  van Whistler via Kamloops naar Clearwater  de Icefields Parkway van Jasper naar Lake Louise en door naar Revelstoke

 

donderdag 13 september: Clearwater - Jasper                Vancouver                                           gereden: 336.7 km

REISVERSLAG

CanadaWe starten om kwart over negen, na en heerlijk warme en ook nog gratis douche. De sanitaire voorzieningen bij het Valley Resort zijn voortreffelijk. We zitten eigenlijk aan de snelweg, dus draaien we zo de Yellowhead Highway op.  Het wordt de langste rit van deze vakantie.

Op weg van Clearwater naar Jasper

Het eerste stuk kunnen we flink doortrekken. Naast de mooie uitzichten die we onderweg hebben, staat er voor de eerste 86 kilometer niet iets op het programma waarvoor we 'moeten' stoppen. De weg volgt de Thompson River en dat levert wel mooie beelden op. Messiter Summit staat in de beschrijvingen als een 'interessant' punt aangegeven, maar door de hoge bomengroei is er helemaal niets meer van te zien. Een euvel dat we onderweg wel vaker tegenkomen. We rijden dus door naar Blue River en Valemount.

Lunchen bij Tete Jaune

Dit is een aardig dorp, waar we tanken en wat boodschappen doen. Even verderop zit 'Tête Jaune': een mooi uitzichtpunt waar we broodjes gaan smeren.

Na deze lunch komen we bij de splitsing van snelwegen naar Jasper en Prince Rupert. Dankzij de goede beschrijving van Esther volgen we de juiste baan en gaan rechtdoor: gelukt! We zitten goed en zijn op weg naar Jasper.

Terry Fox Run: geld voor kankeronderzoek

Als we iets verder zijn, zien we een besneeuwde bergtop voor ons opdoemen. We stoppen en lezen de uitgebreide beschrijving op het bord over de Mount Terry Fox. Deze berg is vernoemd naar de Canadees Terry Fox, die door kanker zijn rechterbeen verloor. Hij krijgt en prothese en besluit ondanks die handicap een marathon te gaan lopen. Deze nog steeds bestaande Marathon of Hope, een loop door heel Canada, wordt jaarlijks gehouden om geld in te zamelen voor het onderzoek naar kanker.

Hij wordt als een van Canada's grootste helden uit de 20e eeuw beschouwd. Overal ter wereld wordt hij herdacht in september tijdens de Terry Fox Run, 's werelds grootste eendags-inzameling voor het kankeronderzoek. Alle afstanden van de run kunnen op eigen tempo worden gelopen. De Terry Fox Run is namelijk geen prestatie- maar een recreatieloop.

 

We zijn onder de indruk, alleen: de besneeuwde berg is niet de Terry Fox. We hebben niet goed gekeken: er staat ook nog een pijl die zuidwaarts wijst en dat is Terry. Wat wij zien is de Mt. Robson en we zijn eigenlijk een beetje in verwarring gebracht door onze persoonlijk reisleidster. Geen woord misgund aan Esther, maar zij schrijft dat ze de Robson nog maar één keer zijn top heeft zien blootgeven: zonder hem in de wolken te verbergen. Dit is het beeld dat wij krijgen voorgeschoteld:

KLIK voor vergroting

Mount Robson geeft zich bloot

Een strakblauwe lucht, met de bergtop vol in de zon. Mazzel dus. Het weer is dan ook alleszins goed: het is zonnig, warm en zo'n 25/26 graden. Je hoort ons niet klagen. Bij het volgende uitzichtpunt is het druk: iedereen wil de berg goed op de foto zien te krijgen. Wij doen ijverig mee, maar er staan wel heel hoge lantaarnpalen in de weg die eigenlijk het 'natuurlijke plaatje' bederven.

Nog geen vijfhonderd meter verder echter zien we een landelijk weggetje naar rechts: we draaien er in en nu blijk je een schitterende plaat te kunnen schieten.

Tijdverschil zorgt voor aanpassing programma

We rijden nog een stuk door tot het Visitor Centre van het Wells Gray Park. Een vriendelijke dame -iets anders hebben ze niet bij de Canadese VVV's- geeft ons een kaartje mee van een 4,5 km lange trail naar Kinney Lake. Als we die volledig willen lopen, hebben we daar ongeveer 2½ uur voor nodig. We krijgen echter ook nog te maken met een uur tijdverschil: bij aankomst in Jasper Park is het ineens een uur later. Het is al drie uur, dus dat gaan we niet redden.

Schitterende natuur bij Robson River

We rijden eerst twee kilometer door naar het beginpunt. We zetten de campervan op het kleine parkeerterreintje en gaan dan op stap.

Direct al zien we het water van de Robson River wild stromen. We volgen het pad stroomopwaarts, waarbij we druk filmen en fotograferen. Het is hier schitterend mooi. Ook het pad -smal maar goed begaanbaar- is mooi in een natuurlijke staat gehouden. Bovendien: het is heerlijk zonnig weer.

We lopen ruim een half uur omhoog en besluiten dan op onze schreden terug te keren.

Helaas was het wat kort -en goede reden om nogeens terug te komen- maar we kijken wel terug op een geslaagde middag. Eenmaal terug bij het startpunt, gaan we weer naar de splitsing van de snelweg. Het is nu niet zo heel ver meer naar Jasper: nog 88 kilometer voor de boeg.

Eerst echter passeren we de grens met Alberta en dan zitten we dus ineens een uur verder op de dag. Al snel daarna zien we de tol voor het Nationaal Park. We wensen de jonge dame een goedemiddag, waarop ze er fijntjes aan herinnert dat het al bijna avond is (tien voor zes). Ja, we weten het: de klokjes zijn verzet. We vergeten helemaal een jaarpas te vragen -achteraf bezien ook niet nodig geweest- en voor $ 71,20 krijgen we een ticket voor vier dagen.

Steentjes stapelen

Onderweg zien we nog een leuk beeld: opgestapelde stukken steen die de oorspronkelijke indianen verbeelden die hier woonden. Later zullen we diverse van deze creatieve uitingen tegenkomen, maar dan veel kleiner. Het is namelijk een geliefd tijdverdrijf van bergwandelaars.

Jasper: heerlijk provinciestadje

We gaan eerst even het stadje Jasper in, wat een leuk provinciedorp blijkt (4400 inwoners). Ze leven helemaal van het toerisme, maar het schreeuwt er niet vanaf. Een verademing in vergelijking met Whistler.

De grote trein bij het station, overblijfsel uit de stoomtijd, wordt natuurlijk vastgelegd en we gaan even geld tanken.

Door onderhoud bij Wapiti melden we ons bij Whistlers

De camping die we op het oog hebben, ligt niet zo ver ten zuiden van de 'bebouwde kom' van Jasper. Dus zien we al snel de borden 'Wapiti campground' staan, maar met een rode sticker dwars over geplakt. Dat is vreemd. Even verderop kunnen we keren, inderdaad bij de toegang tot de camping. Het blijkt een sluiting wegens onderhoudswerk. Na de zomerperiode sluiten ze hier bijna een maand en gaan dan 8 oktober weer open voor het winterseizoen. Er zit niet anders op dan naar zijn hele grote tegenhanger te gaan: Whistlers. Dat is niet ver, maar hier moeten we in een van de twee rijen aansluiten met ieder zo'n tien zoekers naar een plekje voor ons. Dat de rechterbaan alleen bestemd is voor geluksvogels die al een toegangskaartje hebben, zien we te laat. Dat bordje staat ook pas -met kleine letters- halverwege de rij. Dus blokkeren we ongewild de doorgang en komt er al iemand boos vragen of we niet een extra rondje om kunnen rijden en dan weer achter aansluiten. Dacht het niet. Gelukkig geeft de bestuurder naast ons en seintje dat we mogen inschuiven. Ruim twintig minuten later horen we dat alle 177 plaatsen met elektra tot en met maandag volgeboekt zijn. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het Wildlife festival dit weekend.  

En dat ondanks de totaal 781 plekken die ze hier maar liefst hebben.

Helaas: een stroomloze plek

Er zit niets anders op, want alle andere campings in het Nationaal Park zijn òf al gesloten, òf hebben ook geen elektra of water. We komen dus op het deel voor de tentkampeerders, ergens achteraan op het zeer uitgestrekte terrein. Best wel een mooie plek, maar we kunnen nu ook geen batterijen voor de camera opladen. Laat staan dat we op de laptop het reisverslag kunnen bijwerken.

's Avonds kunnen we hier opnieuw genieten van een prachtige sterrenhemel. Wil je naar het toilet, dan moet wel de zaklamp mee: je ziet geen hand voor ogen.
En dus ook de beer niet, waar ze voor hebben gewaarschuwd.