25 maart
Bezoek aan het Parc Guell
Vandaag even rustig aan door hoofdpijn. We gaan om half
twaalf op stap, richting Parc Guell. Dat is een flinke tippel, die wederom
door enkele nog onbekende straatjes van de Ciutat Vell -de Oude Stad- voert.
We gaan nu bij de Placa Catalunya de linker straat in: de Rambla de
Catalunya. Hier staan erg veel 'herenhuizen' -flats bijna- vaak in
modernistische stijl uitgevoerd. De gebouwen hebben veel balkons, vaak
versierd met hekjes in siersmeedwerk en fraaie beeldhouwwerkjes in de
gevels. Het zijstraatje dat in de gids van Barcelona wordt genoemd,
valt zwaar tegen. We lopen eraan voorbij en gaan even verder een
broodjeswinkel binnen -die zijn hier gewoon ingericht op de ontvangst van
veel gasten die aan tafeltjes hun lunch gebruiken- om de inwendige mens te
versterken.
We vervolgen de tocht noordwaarts en komen terecht op de
Gran de la Gracia, de grote straat naar het voormalige dorp Gracia. Links en
rechts winkels, die zeer de moeite van het bekijken waard zijn. Dat geldt
niet alleen het interieur, maar ook de buitenkant. Onderweg scoren we een
kilo aardbeien: voor de lekkere trek en goed tegen de dorst.
Bij het Parc de Lesseps blijkt ook Barca mee te gaan in de
stroomversnelling van tijd: er staan nog maar drie palmbomen op een
vierkante meter gras. De rest is gesneuveld en verworden tot één grote
bouwput. Zo te zien moeten hier twee wegverbindingen dwarsdoorheen worden
aangelegd. Of ze er ooit na voltooiing dan weer een 'subtropisch park'
bovenop zullen aanleggen, valt nog te bezien.
Volgens een informatiebordje is het nu nog 675 meter naar Parc Guell. Ze
vergaten er alleen bij te schrijven dat de straat er naartoe een
hellingspercentage van 5% heeft. Kuitenbijten dus. Als je vervolgens de hoek
van de Carrer d'Olot omslaat, sta je plotseling oog-in-oog met de schepping
van een genie. Zo mag je Gaudi namelijk wel noemen: wie dergelijke ontwerpen
kan bedenken en ze ook nog weet uit te voeren, steekt met kop en schouders
uit boven het klootjesvolk van architecten/bouwkundigen.
We betalen onze entree en beginnen meteen te fotograferen,
want alles wat je hier ziet is de moeite waard om te worden vastgelegd als
herinnering. We lopen de treden omhoog naar de Sala Hipostilla, de door
zuilen geschraagde zaal. Deze was oorspronkelijk bedoeld als marktplaats. Er
staan 86 zuilen, elk van 6.16 meter hoog, waarvan de buitenste schuin staan.
Ook hier wordt duidelijk dat Gaudi, de man van het detail, aan het werk is
geweest: sommige zuilen bevatten afvoerkanaaltjes voor het regenwater vanaf
'het dak', waar volgens de plannen spectaculaire culturele activiteiten
zouden moeten plaatsvinden.
We vervolgen dan de route
dwars door het park, waar de paden ons in stijgende lijn tot grotere hoogte
brengen. Heel mooi zijn de uitzichten op de stad, die worden geflankeerd
door Gaudi's ontwerpen.
Weliswaar
had hier dus een soort villawijk moeten verrijzen, maar achteraf kun je
rustig stellen dat het hier dan nooit zó druk zou zijn geworden met
bezoekers als nu. Bovendien: de Barcelonezen koesteren deze groene plek in
hun stad.
Steeds verder de trappen afdalend, gaan we een hoek om en
dan staat Loes ineens oog-in-oog met een paar mannenbenen. Bij nadere
inspectie blijken die vast te zitten aan de tijdelijke bewoner van het huis
-buenos diaz, senor- die zich te ruste heeft gelegd op de golvende
Gaudi-tuinmuur. Na van de schrik bekomen te zijn, nemen we een laatste
hindernis -40 centimeter hoogteverschil die ons nog van het pad scheiden. Nu
kunnen we tenminste weer 'gelijkvloers' het asfaltpad slingerend door de
tuin volgen.
Een van de laatste gebouwen waar we langs lopen is het
Casa Museu Gaudi: het huis waar de grote kunstenaar zelf woonde -met zijn
vader en nicht- tot hij besloot nog dichter bij een ander levenswerk te gaan
wonen: de Sagrada. De 'vrienden van Gaudi' kochten het huis en richtten het
in als museum.
Het is er druk en
buiten is het al warm, dus we besluiten naar de bus te gaan. De halte is twee
straten verderop en we hoeven niet al te lang te wachten. Ik pak alvast wat
kleingeld voor een kaartje, dat we even later bij de chauffeur kopen. Het is
druk in de bus: we moeten staan en af en toe duwt er iemand tegen je aan. De
kaartjesautomaat heeft bij een pakweg negenjarig Spaans knulletje geen zin
om mee te werken. Ik wijs hem op de automaat aan mijn kant, maar hij draait
zijn hoofd om. Moet je zelf maar weten. Pas later die middag komen we er
achter waarom.
Bij de Ramblas stappen we uit en lopen door de gezellige
straten richting ons tijdelijk onderkomen. We worden ineens verrast door
muziek: er blijkt een optocht gaande met reuzenpoppen, een vuurspuwende
draak en diverse muziekgroepen. We staan mooi bij de hoek van de straat waar
ze uitkomen, dus alle tijd om alles op foto en video vast te leggen. Als een
van de laatste onderdelen komt een groep 'piramidebouwers' langs, de
zogenoemde castells. Precies op de kruising gaan ze hun kunsten vertonen: eerst
een kring van jongeren die met het bovenlijf gebogen elkaar vasthouden en
daar klimmen steeds weer kleinere groepjes bovenop. Die staan dan weer op de
schouders van de laag eronder, tot de piramide compleet is: de bovenste knul
staat met losse handen. Voor mij helaas met zijn gezicht naar de andere
kant, maar evengoed is het indrukwekkend mee te maken.
We lopen door naar het naastgelegen plein, vóór de
kathedraal. Het fototoestel geeft aan graag nieuwe energie te krijgen, dus gaat
het tasje open en dan volgt de ontgoocheling: ik ben bestolen!
Dat is balen: portemonnee weg, dus ook het rijbewijs en alle pasjes.
Gelukkig is het paspoort er -in een ander vakje- nog wel. We spreken een
agent aan die ons verwijst naar het politiebureau op de Ramblas. We worden
er netjes ontvangen -gelukkig geen wachtenden vóór ons- en in het Engels
kunnen we ons verhaal kwijt. Alleen het blokkeren van de Visacard lukt niet:
ze willen de naam van de bank die de kaart heeft verstrekt en de ANWB
voldoet niet aan hun criteria. Het proces-verbaal wordt opgemaakt en een
ervaring rijker ;-(( gaan we alsnog naar het appartement.
Ons enthousiasme over Barcelona is
even danig bekoeld, maar we beseffen ook wel dat iedereen dit -waar dan ook-
kan overkomen. Natuurlijk blijft het voorlopig onderwerp van gesprek,
waarbij we langzaam ontdekken dat de zakkenrollerij niet bij het bekijken
van de optocht heeft plaats gehad, maar in de bus. Logisch dat de
stempelautomaat het buskaartje van het Spaanse knaapje niet accepteerde: dat
was een afleidingsmanoeuvre. Op dat moment sloeg ''pa'' toe. En inderdaad,
achteraf geredeneerd, na twee
haltes waren ze de bus alweer uit. Met de buit.
Dankzij een telefoontje naar Geldrop -en een beter nummer
via internet gevonden- kon de schoonzoon de kaarten wel blokkeren. Gelukkig
was er van de Visa nog niets af.
Wat moe en met een onbevredigend gevoel, maar wel 'blij'
dat we wisten hoe het was gekomen èn afgelopen, gingen we het bed in.
|