Maandag 26 mei
gefietst 25 km
Een kort uitstapje:
van Espira naar Prades en terug.
Het heeft gisteren al de hele dag geregend, maar de
voorspellingen voor vandaag zijn iets minder slecht. Morgen, dan wordt
het weer slechter ;-)) De ochtend wil nog niet zo vlotten: afwisselend
een regenbuitje, maar allengs knapt het wat meer op.
Kort na de lunch stappen we daarom op de fiets: het is
nu volledig droog en zonnig warm. Schouders, armen en gezicht insmeren
-zo heftig is het inmiddels al!- en dan gaan we bij de campingwinkel
vragen of ze een klein kaartje van de directe omgeving hebben.
|
We hadden ook een van de bladen uit de info-map
mogen halen, zo vertelt Harry, maar hij heeft ook een kaartje. Ons
voornemen om -rechtsaf- naar Ille-sur-Tet te gaan raadt hij af:
weliswaar kunnen we het brandweermuseum bezoeken, maar er is daar geen
winkel voor de boodschappen. Dan kunnen we beter naar Prades, 5
kilometer verderop links.
Leuke route is via het
dorp Eus.
De route naar de N-weg
is te doen: die gaat vrijwel alleen naar beneden maar dat belooft dus
wat voor als we aan het eind van de middag terugkomen. Op de N116
zelf rijdt het goed -weliswaar met langsstuivende auto's, maar de meeste
wijken netjes-met-knipperlicht uit- maar ook wel bergop. Als er een
bordje rechtsaf naar Eus wijst, twijfelen we. Hier? Dat lijkt en wel
heel klein pad. Maar ja, het bord... Dus duiken we -nu omlaag- het
paadje op dat al snel smaller en smaller wordt en bij een woning ophoudt. Terug
dus. Nieuwe poging. Iets verderop weer een weggetje naar rechts.
Oké,
dan zal het hier zijn. Dit duurt wat langer voor het ophoudt -in zware
zanderige klei die tussen je wiel en het spatbord gaat zitten, zodat je
geen meter meer vooruit komt. Stokje pakken, prut er tussenuit wroeten
en maar weer lopen bergop, want fietsen is al helemaal niet te doen.
Wel zien we in de verte het dorp schitterend tegen de berghelling
liggen, maar ja: er komen ?? Dat is vers 2. |
Het wordt dus vandaag geen Eus: we fietsen wel door naar
Prades. Dat gaat, langzaam, maar goed. Het centre-ville is netjes
aangegeven en we stallen de fietsen bij de sous-prefecture. Het laatste
stukje lopen we het centrum in. De mevrouw bij het toeristenbureau heeft
het erg druk met een klant en kan van alles niet vinden -haar behulpzame
collega ook al niet- maar wij zien gelukkig de stadsplattegrondjes op de
balie liggen. We zijn zo vrij er een mee te nemen. Au revoir.
|
Prades is een redelijk
oud, klein dorp dat bekend staat om zijn roze marmer. Daar zijn onder
andere veel trottoirs mee belegd. De kerk, gewijd aan St. Pierre, staat
bekend om zijn grootste barokke altaar van Frankrijk, in 1699 gemaakt
door de Catalaanse beeldhouwer Sunyer. Ook hier weer de bekende
smeedijzeren klokkentoren in zuidgotische stijl. Helaas voor ons blijkt
de kerk alleen vanaf 1 juli zonder afspraak te bezoeken.
|
Op de terugweg gaan we
even binnen bij de Weldom (vergelijkbaar met onze Welkoop), maar vinden
er niet het matje dat we voor de schuifdeur van de camper willen leggen
om het vuil een beetje buiten te houden. Bij de winkel ernaast -de
Intermarché-
gaan we de boodschappen aanvullen en tot onze verrassing scoren we hier
wel een plastic fel groen matje. We zijn weer helemaal heppie.
Voor ons doen erg
vroeg, half elf, liggen we in bed: we zijn het gewoon zat. |
Dinsdag 27 mei
gewandeld 8 km
Tussen de buien door van:
Espira-le-Conflent naar ?? en terug.
Het heeft vanaf drie uur vannacht stevig geonweerd. We
hebben nog even voor de zekerheid gecontroleerd of alles wat dicht moest
zijn, dat ook was en het bovenluik gesloten. Verder is het een kwestie
van omdraaien, je ogen dicht en maar afwachten wat er verder gebeurt.
Gelukkig vallen we alle twee weer snel in Morpheus armen.
|
Ondanks de vroege
bedgang is het kwart over negen als we de ogen weer openen. Kennelijk
waren we eraan toe. Ondanks alle regenval -we hebben het tenminste flink
op het dak horen kletteren- staan er beduidend veel minder watergeultjes
op het campingterrein dan na de regendag van maandag.
Tussen de buien door
besluit ik toch maar even de Heppiebuzz een wasbeurt te geven: door het
meegevoerde Saharazand ligt er een rode laag over zijn witte huid. Ook
de achterbuurman moppert al: hij had zijn Opel gisteren gewassen ''en
als ik nu naar m'n dak kijk, kan ik wel janken ;-)) ''.
Af en toe regent het
nog en we wachten toch maar even de lunch af, voor we op stap gaan. De
bergschoenen aan en dan richting het dorpje Espira-le-Conflent, waar de
camping toe hoort. |
|
Dat gaat bergop, maar
we stappen rustig door. Het spettert wat, afgewisseld met een beetje
regen, maar al snel zijn we natter door de zweetdruppels dan door die
van boven. Het 'centrum' bereiken we redelijk snel, maar dan gaat het
mis bij het kerkhof. De splitsing die we moeten tegenkomen, is er niet.
We lopen door, steeds meer bergop. Volgens het (staf)kaartje dat we mee
hebben moeten we ook via dit pad richting Estoher gaan, ons volgende doel. Het pad wordt
smaller, het asfalt maakt plaats voor split en gruis en op een gegeven
moment zelfs gewoon voor zanderige klei. We zitten nu al flink hoog,
maar ontwaren nog steeds geen dorpje.
Dan toch maar terug. Waar we op de heenweg -omhoog- nog een uur voor
nodig hadden, doen we nu -omlaag- in een half uur.
We steken op bij Harry, die we twee rode -helaas gekoelde (foutje van de
jongens)- rode wijn laten serveren. Voor een euro per glas: kijk, dat
zijn schappelijke prijzen.
Aan het begin van de
avond begint het opnieuw te regenen. We lopen samen
dichies-tegen-dichies onder het parapluutje dat we mee hebben, naar het
sanitairgebouw. Je ziet
dat de grond nu veel meer door het water verzadigd begint te raken en er
zich vele geultjes gaan vormen. De regen wordt in de loop van de avond
weer heviger en kent geen droge pauzes meer. Wij zij opnieuw erg blij
met ons luifeltje, zodat we droog het bed kunnen opmaken. |
Woensdag 28 mei
gereden 129 km
We gaan vandaag met de Heppiebuzz van:
Espira-le-Conflent naar
Ax-les-Thermes.
|
Dat lijkt ons wel wat, met deze temperaturen: een
thermale zwavelbron van zo'n 70 graden, midden in het dorp. Dus kiezen
we voor de route naar Ax-les-Thermes
Alles wordt weer ingeladen; de fietsen stonden
gisteravond op een van de iets minder natte momenten al op de drager en
we gaan afrekenen bij Harry. Ook hier weer de ACSI-korting, dus we
betalen voor vier nachten € 48,- dus ook
geen toeristen-belasting.
We nemen hartelijk afscheid: we hebben het hier prima naar de zin gehad
(dat vinden ook onze buren, die hier al acht weken staan en jaarlijks
terugkomen ;-))
We starten de buzz... en zowaar, ook na vier dagen
doettiedat ;-))
|
We hadden het wekkertje
gezet: om kwart voor acht waren we op en rijden dus nu om half tien
weg. We weten nog niet wat de route ons gaat brengen, dus wilden we in
ieder geval op tijd zijn. Loes vindt dat we het dorpje Eus toch maar
moeten laten voor wat het is -ondanks dat het als schitterend mooi wordt
aangeprezen- maar ook zij gaat vandaag voor de kilometers, nadat ik ook
al het brandweermuseum in Ille-sur-Tet had laten vallen als optie.
|
Bovendien: we moeten toch eerst nog even tanken in Prades en doen daar
meteen de boodschappen. Ze hebben daarnaast ook een Expert en daar kopen
we, voor maar vijftien euro, vier videocassettes. Zolang de camera het
doet -alleen de eerste week vroeg hij om de schoonmaakcassette en daarna
niet meer- kunnen we weer vrolijk opnemen. Afkloppen, maar we hebben al
bijna twee bandjes vol.
Het is vandaag een
echte Pyreneeënrit. We zijn onder de indruk van dit massief, dat
links en rechts van de weg zijn ruigte toont. Al vrij snel, op weg naar Villefanche-Le-Conflent zetten we de buzz aan de kant om weer wat opnames
te maken.
Het wordt een echte Pyreneeënrit |
|
Het volgende stuk N116
leidt in de richting van Olette en vervolgens krijgen we een mooi
slingerstuk naar Mont Louis. Daar zetten we de buzz even aan de kant om
te eten. Je hoort hier het snel stromende water aan de overkant van de
weg.
|
Dan gaan we verder naar
Font-Romeu, waar het even dreigt fout te gaan: we komen op D10F terecht
naar Egat, maar daar staat toch weer de D618 aangegeven, die we al een
kwartiertje volgden. Ons volgende doel is de Col de Puymorens, vast
onderdeel in vele Tour-de-Franceritten, en natuurlijk kiezen wij voor de
bergrit en niet voor de tunnel. Aan het begin heb je al mooi zicht op
wat er komen gaat, maar vooral als je de 1925 meter hebt bedwongen, is
het mooi om wat plaatjes te schieten van het stuk waar we vandaan zijn
gekomen. Wel fris, dus meteen de sweaters aan. |
Er is nog een andere reden waarom we de weg via de Col
nemen: we hebben een verzoek van vriend Teus liggen om een foto te maken
van het monument dat aan de voet van de Col staat, bij Hospitalet. Hij
schrijft zoals gezegd een boek over wielermonumenten en daarvan zijn er
in Frankrijk best wel wat te vinden. Zoals dit, voor de wielrenner René
Vietto, die zijn wiel voor zijn kopman afstond, maar vervolgens in
totale ontreddering aan de kant van de weg op de materiaalwagen zat te
wachten. Een passerend fotograaf maakte hiervan een beeld, dat in
Frankrijk alle sentimenten losmaakte.
Deze foto staat afgebeeld op een houten paneel.
Je gaat hier eerst over de top van de berg heen en dan
kom je dus bij de voet aan de noordkant. Opletten dus.
Juist als we denken: hier moet het bijna zijn, blijkt de weg met grote
hekweken afgesloten. We moeten via de aansluiting met de tunnel vanaf
Andorra naar het dorp. Geen probleem, als nu maar niet net dat monument
langs het afgesloten stuk staat. |
Sommige dingen in het
leven zijn niet zo simpel als ze lijken. Het maken van de foto heeft -zo
blijkt- heel veel voeten in aarde. Voor de echt geïnteresseerde heb
ik deze bijzondere belevenissen op een aparte pagina gezet, te bereiken onder deze
knop:
Alle anderen kunnen op
deze plek -na de foto, die uiteindelijk wel is gelukt- hier gewoon verder
lezen. |
We nemen nu opnieuw de
N20 richting Ax-les-Thermes, met zijn zestig verschillende warme
bronnen, waarvan sommigen met temperaturen tot over de 75°. Deze stad
was al bij de Romeinen bekend als badplaats. Het is nog maar 26 kilometer en die rijden
we best snel weg. De buzz kunnen we direct naast de kerk gratis parkeren
en we lopen -ons standaard-doel- naar het toeristenbureau. Kaartje mee
met alle gemarkeerde bezienswaardigheden. Foto's van smalle Franse
straatjes en van uithangborden.
|
En natuurlijk gaan we op zoek naar de
warmwaterbron -met zwavel- die ons ook al door Co & Tiny is aangeraden.
Grappig gezicht om zo'n twintig mensen met hun voeten in het water te
zien zitten.
Wij voegen ons erbij: ruimte genoeg. Het water is hier 68
graden -even verder is er zelfs een bron van 72 graden- maar doordat het
zeg maar een grote openluchtvijver is, kun je er zonder problemen je
voeten insteken. Een heel aparte ervaring en natuurlijk verbeelden we
ons dat we geheel verfrist en veel soepeler teruglopen naar de buzz.
We hadden eigenlijk een camping op het oog in .., maar dat blijkt nog
zeker 22 kilometer van hier te zijn en door al het gedoe met het
monument zijn we niet meer zo vroeg. Dus kiezen we voor de
gemeentecamping Le Malazeou, die 1 km buiten Ax-les-Therems ligt.
Groot, plek zat maar in ieder geval heel erg netjes en goed voorzien. Als
eerste gaan we de vuilwatertank legen -hard nodig- en schoon water
innemen en dan zoeken we een plekje: 348.
's Avonds proberen we
onze telefoonkaart nog een keer uit en jawel: het lukt: je moet het
''cabine''-nummer bellen en dan kun je de pincode intoetsen en krijg je
met Holland verbinding. Zo zijn we weer op de hoogte van alle
belevenissen aan het thuisfront. |
Donderdag 29 mei gereden 188 km
We gaan vandaag met de Heppiebuzz:
van Ax-les-Thermes naar Moustajon.
|
Opnieuw
stellen we vast dat het mooi weer is. We zijn op tijd wakker, maar het
is toch alweer tien uur voor we daadwerkelijk in de buzz zitten.
Het eerste stukje voert via de N20
naar Tarascon-sur-Arriège en we besluiten in het stadje een kijkje te
nemen. Dat valt wat tegen. Er zijn een paar leuke plekjes, maar wij
kunnen geen echt centrum vinden.
We rijden dus verder
en kijken of we bij het parc de la Préhistoire wat me zien van de
grotten -onder meer die van Niaux, die hier liggen. De entree ziet er
niet aantrekkelijk uit, de prijzen zijn redelijk hoog en bovendien zijn
we bang dat we de rest van de dag te weinig tijd overhouden. Dus gaan we
door via de D618 naar Boussenac en Massat, en dan iets noordelijker naar
St. Girons. Dit is niet de kortste verbinding naar Moustajon, maar we
willen natuurlijk wel weer een stukje Tour de France-route meepakken en
bij de Col du Portet d'Aspet terechtkomen. Dit is weer een weggetje met
een groene streep op de kaart en daarmee heeft Michelin niets miszegd:
een heerlijke kronkelroute, waar onze Heppiebuzz af en toe flink aan
moet trekken om naar hogere sferen te stijgen. Een stuk voor het stadje
St. Girons liggen de Gorges de Ribaouto en dit is werkelijk een
schitterend panorama dat zich voor je ogen vertoont. |
Voorbij Girons gaan we
richting Moulis, nog steeds via de D618, bereiken we de Col Portet
d'Aspet. ook dit laatste stukje is een prachtige weg en we krijgen
steeds meer respect voor al die fietsers die hier met één pk de berg op
gaan (maar gelukkig ook weer af).
Je bent op zo'n berg natuurlijk ook niet
alleen: de koeien lopen hier gezellig los en nemen dus af en toe de weg
in beslag. Dan moet je niet de illusie hebben dat ze opzij gaan als er
zo'n Hollandse toerist met een maf buzzje aankomt. Dat moet je
natuurlijk wel van iets meer dichtbij bekijken. |
Als
we op weg zijn naar henne-Morte, ontdekken we een monument dat duidelijk met
wielrennen te maken heeft. Wellicht heeft Teus deze al voor zijn boek,
maar we maken er in ieder geval wat foto's van. Het blijkt te gaan om
een eerbetoon aan Fabio Casertelli. Hij is hier in 1995 bij de afdaling
van de Col du Portet d'Aspet ten val gekomen en met zijn hoofd tegen een
stenen paal gevallen. Hij droeg geen
helm en volgens sommigen had een helm zijn leven kunnen redden.
De volgende dag legde het peloton, als
betoon van respect en rouw, de etappe in gesloten formatie en langzaam
rijdend af. Vlak voor de finish werd de ploegleden van Casartelli's
ploeg de gelegenheid gegeven om naast elkaar en als eerste de finish
over te gaan.
Zijn ploegleden wilden de Tour vervolgens beëindigen, maar werden door
Fabio's weduwe omgepraat. De premies van die dag werden aan de
nabestaanden gegeven. Twee dagen later kwam zijn ploegmaat Lance
Armstrong alleen aan, hij droeg de overwinning op aan Casartelli.
Dit tragische voorval is mede de aanleiding geweest om het dragen van
een helm voor wielrenners verplicht te stellen.
Het grote monument staat op een 'veilige
plek' in de afdaling; de kleinere steen op de plaats waar Fabio tegen
het paaltje terechtkwam. Hier staat nu een muur. |
We rijden
nu via de 'kortste' route -de D85 / D44 naar Fronsac en dan via de D125
naar Bagnières de Luchon. Ook hier weer een route die als bezienswaardig
staat aangegeven.
Door alle
stijgingen en dalingen blijkt de Heppiebuzz het aardig voor zijn kiezen
te hebben gekregen. geregeld schiet hij uit zijn derde versnelling en
dat is toch een lastig probleem.
Dus besluiten we de camping in Moutajon even voorbij
te rijden en bij een grotere stad, Bagnières -dat scheelt maar vijf
kilometer- te gaan kijken of we een Renault-garage kunnen vinden. Dat
gaat niet vlot. Er zijn wel garages, maar van het 'verkeerde' merk. We
vragen hier en daar wat, rijden wat rond, maar een echte Renault-dealer
schijnen ze hier niet te hebben. |
We besluiten dan maar naar een 'merkloze' garage te gaan. We zetten de
buzz op het buitenterrein, wat nog niet meevalt omdat alles vol en
schots en scheef door elkaar staat.
Als
we binnenkomen, worden we niet echt vrolijk: ook hier is het een tijd
geleden dat Monsieur Structure de scpeter zwaaide. We worden vriendelijk
gevraagd in de wachtruimte ernaats plaats te nemen: de monteur is even
een auto ophalen, maar wordt zo terug verwacht. Dat duurt inderdaag niet
zo heel lang en we leggen ons probleem uit. geen probleem: rij hem maar
op de brug.
Dat
is sneller gezegd dan gedaan, want hij moet eerst een auto achter d
ebrug weghalen, dan degene die op de brug staat en dan kunnen wij erop.
Nog maar nauwelijk ben ik uitgestapt of de Heppiebuzz begint zich te
verheffen. ik weet nog net mijn camera mee te grissen.
met een kennersblik bekijkt de garagist
het onderstel van de buzz.
Het hoofd wordt eens geschud en we gaan in
het overleg: er zullen waarschijnlijk onderdelen moeten worden
vervangen, als het al niet de hele versnellingsbak is. Maar ja, die
heeft hij niet hier en het zou voor ons te lang duren om erop te
wachten. Hij raadt ons aan het rustig aan te doen in de bergene en dat
valt het wellicht nog wel mee.
Met deze redelijk
teleurstellende mededeling gaan we dan toch maar naar de camping. |
|
|
|